Laatste dag van 2020. De sleutelmomenten van Jaap van Dissel, die het AD artikel vandaag beschrijft, zijn voor mij ook een sleutelmoment. Want wat eens te meer naar voren komt: er zal niets aan het coronabeleid veranderen. De visie is er gewoon niet.

Vandaag precies een jaar geleden, op 31 december 2019, werd de Chinese Country Office van de WHO geïnformeerd over het nieuwe SARS Corona Virus 2. Wat de uitkomsten van de reconstructies in de toekomst ook mogen uitwijzen, één ding is duidelijk: de Chinese autoriteiten grepen te laat in. En al vrij snel was ook duidelijk hoe het virus succesvol bestreden kon worden: voldoende afstand tussen mensen was noodzakelijk, mondneusmaskers zouden wellicht helpen, hygiëne helpt, maar bovenal: (potentiële) dragers moeten in quarantaine om verdere verspreiding te voorkomen. Lockdowns volgden, waarbij iedereen – ook niet besmette personen – in quarantaine werden gezet. De reden: als je geen zicht hebt op verspreiding, kan iedereen potentieel drager van het virus zijn. Als je dat niet bij kunt benen met testen, traceren en isoleren van individuele gevallen, zit er niets anders op dan iedereen van elkaar te isoleren. Daarna volgde een zeer intensief testbeleid, waardoor China vrij snel zicht kreeg op de verspreiding en die met de hamer kapot kon slaan. Crushing the curve.

De rigoureuze aanpak van China werd in westerse landen met afschuw bekeken. Maar het werkte. Want welke verwijten je China ook mag maken: in vergelijking met ons, hadden ze de situatie relatief snel onder controle. Na 76 dagen lockdown ging Wuhan, waar de pandemie officieel begon, weer langzaam terug naar normaal. En sinds augustus functioneert daar alles weer (vrijwel) als vanouds.

Toen Nederland nog moest beginnen aan de bestrijding, was de succesformule dus al bijna kant en klaar. Groot was mijn verbazing dan ook dat Nederland het radicaal anders ging doen. Ik kan me nog bijna ieder woord van de toespraak van Rutte op 16 maart herinneren. Maar het woord dat nog steeds hard nadreunt en maar door blijft echoën in mijn hoofd: groepsimmuniteit. Nog verbaasder was ik misschien over het gejubel in de kranten en onder de bevolking over die onmenselijke strategie. Begreep Nederland het eigenlijk wel, wat dat zou betekenen: groepsimmuniteit? Dat mensen zo ontzettend enthousiast raakten van de mededeling dat we allemaal ziek moesten worden en dus besmet raken met een nog onbekend virus, als ik eraan terugdenk, ik kan het nog altijd niet plaatsen.

Dat absurde plan om voor groepsimmuniteit te gaan heb ik eerder geanalyseerd, dus dat laat ik hier verder onbesproken. Wel duidelijk is inmiddels dat Nederland de bestrijding begon met de verkeerde aanpak. En gaandeweg is het moeilijk gebleken die strategie daadwerkelijk te veranderen. Het bleek zelfs taboe om ‘groepsimmuniteit’ nog aan te kaarten. Jaap van Dissel vertelde er enthousiast over in Nieuwsuur, Patricia Bruijning in EenVandaag en Ann Vossen deed dat – zelfs nadat het kabinet officieel al van die strategie afgestapt was – eind april nog bij Jinek. Allemaal mensen die het kabinet adviseren. Mensen die Nederland indirect geregeerd hebben in 2020. Als Ann Vossen – vast OMT-lid en dus dicht bij het vuur – in april nog uitlegt dat groepsimmuniteit bereiken via de kinderen wenselijk is, stoppen we onze vingers in onze oren. We willen het niet horen. Zal ze vast niet zo bedoelen. Rutte heeft gezegd dat groepsimmuniteit niet het doel is en dus is het zo.

Gek genoeg staat niet het beleid – dat officieel dan wel gewijzigd was maar officieus eigenlijk niet – ter discussie, maar staan juist personen ter discussie die zich daar tegen uitspreken. In De Groene schreef Jop de Vrieze een mooi artikel over de rare twists in het coronadebat in Nederland en hoe het een taboe is geworden om uit te spreken dat Nederland nog altijd niet werkelijk is afgeweken van het groepsimmuniteitsbeleid en is wijzen op de succesvolle aanpak van containment in landen waar corona daadwerkelijk is bestreden, verworden tot activisme.

Mensen als Jaap Stronks en Michael Blok en de aanhangers van containment.nu die de strategie als een van de weinigen durfden te blijven bevragen, werden verguisd en in het verdomhoekje gezet. Het was zelfs zo erg, dat ik op het social media platform Twitter in mijn berichtenbox waarschuwingen kreeg niet te reageren op tweets van mensen verbonden aan containment.nu, om mijn eigen reputatie niet te besmetten. Volslagen idioot, want hoewel de toon van containment.nu vaak tegen zere schenen is, is de boodschap valide: Nederland zet niet in op bestrijding van het virus.

In de Nederlandse aanpak voerde semantiek dit afgelopen jaar sowieso de boventoon, misschien is het daarom niet verwonderlijk dat het in het debat ook vrijwel altijd over de toon gaat en nooit over de inhoud. Hoe dan ook: de boodschap landt nergens. In de media veel aandacht voor ‘dor hout’ en de tweestromensamenleving, vrijheid, jongere generaties de ruimte geven, maar zelden of nooit over groepsimmuniteit of de strategie. Aparter misschien is het dat het keer op keer weer Volkskrant redacteuren en columnisten zijn die bovenop iedereen zitten die kritisch naar het beleid en de strategie kijken. Als collega-journalisten kritisch zijn, zit er direct een Volkskrant redacteur in hun nek om hun integriteit en reputatie te beschadigen en ook RedTeam leden en mijn eigen persoon hebben er aan moeten geloven. Met Twitterlobby’s om deze critici in twijfel te trekken, snoerden zij al vaker journalisten en onafhankelijke experts de mond.

De Volkskrantmannen maken uit wie een échte expert is, of wie wetenschapper is, of wie adviseur. Om hun definities te rechtvaardigen, hebben ze het hele woordenboek nodig. Wie expert, adviseur of wetenschapper is, komt opvallend overeen met de wetenschappers die zij toevallig in de eigen rolodex terug kunnen vinden. En een mooie academische titel staat blijkbaar garant voor ‘waarheid’. Ik vraag me af: zouden deze journalisten de politiek binnen universiteiten wel in de smiezen hebben? Lang verhaal kort: wie onder de definitie ‘expert’ valt, dat maakt de Volkskrant uit. Op welke basis? Wetenschap? Was het maar waar. Want er is veel ‘wetenschap’ over SARS-CoV2 en is iedere dag in ontwikkeling, de wetenschapsjournalist maakt hier zelf een selectie uit. Hoe? Dat schijnt iets te maken te hebben met ‘achter de kabinetsaanpak staan’.

Ikzelf kreeg de brandende Volkskrant-toorts op me gericht omdat ik het waagde een blog van Maurice de Hond aan te halen om te laten zien wat kwalijke consequenties kunnen zijn van onduidelijk beleid en de houding van Cib-baas Jaap van Dissel. De ongelukkige uitspraken van de Cib-baas zijn vaak koren op de molen van complotdenkers. Als je daar op wijst, diskwalificeer je jezelf, blijkbaar. Maar zo kreeg ik daarna ook van anderen de waarschuwing dat ik niet mocht discussiëren met bepaalde personen, me er niet over mocht uitlaten, of er zelfs niet naar mocht verwijzen. Dat is gek, want als antropoloog zou ik een open blik moeten houden op alle spelers, ook de zogenoemde ‘complotwappies’. Waarom? Wat complotdenken in crisistijd zo aantrekkelijk maakt, is nu juist dat die complotten net genoeg waarheid bevatten om aannemelijk te zijn. In Sierra Leone deed ik daar tijdens ebola onderzoek naar en leerde al snel dat het goed is om te weten welke waarheden gebruikt worden, welke zwakke punten in het beleid ze aankaarten en hoe je die kunt verbeteren. Het biedt eigenlijk essentiële informatie over de tekortkomingen in beleid, communicatie en voorlichting. Alles wat je nodig hebt om gedrag doeltreffend te veranderen en te blijven bijsturen.

In Nederland willen we dat eigenlijk helemaal niet weten, heb ik in 2020 geleerd. Rutte zet beleid uit, we weten allemaal dat het fout is, we zwijgen en roepen ach en wee als het later uitkomt. Verontwaardiging! Toen het rapport ‘Ongekend onrecht’ over de kinderopvangtoeslagaffaire uitkwam, bleek hoe ontzettend groot die verontwaardiging in de samenleving was: de dag erna steeg de VVD – alweer – in de peilingen.

We wijzen haast neerbuigend naar landen als China. Wij kunnen corona niet bestrijden zoals China dat doet want ‘vrije democratie’ en dat wat wij doen is sowieso beter dan wat het slechte China doet. Jaja. Dat is maar zoals het uitkomt blijkbaar. Want intussen is er in China al sinds augustus meer vrijheid dan in Nederland, waar we van intelligente lockdown, naar gedeeltelijke lockdown, naar tamelijk totale lockdowns zijn gestrompeld, met heel veel meer zieken, doden en schade. Bovendien gaat het helemaal niet om het kopiëren van het autoritaire systeem, maar het overnemen van de succesvolle instrumenten van het TTI: Testen, Traceren, Isoleren.

Maar nu we het toch over onvrijheid en ondemocratische systemen hebben: hoe democratisch is Nederland eigenlijk gebleken? Wij blijken onder de nevel van de ‘Rutte doctrine’ te leven. De Rutte doctrine die ten eerste ongrondwettig is en ten tweede weinig te maken heeft met een democratische rechtsstaat. Maar veel meer dan een opgetrokken wenkbrauw brengt het nieuws over het bestaan van die doctrine niet teweeg. We accepteren het stilzwijgend. Want de Rutte doctrine gaat onverminderd door. Niet alleen de gewobte documenten over de kinderopvangtoeslagen staan vol met zwarte lak, ook in de documenten over de corona aanpak is de zwarte lak lustig gehanteerd. Geen haan die er naar kraait. Best gek, want wat zou er nou helemaal geheim kunnen of mogen zijn aan de corona aanpak die al onze levens kei- en keihard raakt? Zelfs de oppositie lijkt niet te willen weten wat het kabinet eigenlijk bedoelt met ‘gecontroleerd uitrazen’ en waarom de documenten over de door het RIVM uitgewerkte scenario’s onleesbaar zijn door de zwarte lak.

Niemand weet wat de strategie is, wat daar door wie over besproken is, wat de alternatieve scenario’s waren en waarom daar niet voor gekozen is, maar één ding weten we zeker: hoewel alles erop wijst dat groepsimmuniteit door infecties nog altijd wordt nagestreefd, is de strategie allesbehalve groepsimmuniteit. Nou. Nog maar een keer dan. De strategie is groepsimmuniteit, door infecties of eventueel vaccinatie. Bron: Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) RIVM 2020.

Als we kijken naar de sleutelmomenten van Jaap van Dissel, kunnen we al voorspellen dat de toekomstvisie niet gewijzigd is. Nederland blijft streven naar groepsimmuniteit. Als bij-effect of als doel, dat maakt eigenlijk maar weinig uit. Het zal langzamer moeten, want Van Dissel signaleert dat eerder ingrijpen als besmettingen stijgen misschien wel goed is. De signaalwaarden gaan in ieder geval omlaag, in de hoop dat het dan niet meer zo uitnodigt om die te overschrijden. Míjn signaalwaarde is er op tilt van geslagen. Niets, maar dan ook niets heeft zin. Zoals Rutte het 16 maart al zei: velen van ons zullen ziek worden. Dat dat ook voor onze kinderen geldt, maakt – als ik op de verbeten reacties die ik telkens als ik over de scholen begin via twitter en via het contactformulier op mijn site krijg – velen echt helemaal niets uit. “Door jou zit ik straks weer maanden met mijn kinderen opgescheept!” Tja. Nederland wil het blijkbaar zo. En wat onethisch is, dat vegen we gewoon onder het kleed. Net als de kinderopvangtoeslagaffaire. Weg ermee. We laten ons bereidwillig benevelen onder de Rutte doctrine.

Misschien wordt het in 2021, na 17 maart wel beter. Al ben ik bang dat daar eerst een paar sleutelfiguren op sleutelposities voor moeten verdwijnen. Tot dan wens ik Nederland veel sterkte in de strijd met ziekte, herstel, stress, burnout, trauma’s, conflict, polarisatie, faillissementen en armoedeval. Op de economie dan maar. Of wat er nog van over zal zijn als corona gecontroleerd is uitgeraasd. Het was hoe dan ook een leerzaam jaar. Ik heb veel geleerd over ‘wetenschapsjournalistiek’, politiek, propaganda, democratie, dictatuur, idealen en onmenselijkheid.

Vanavond om 0.00 uur proost ik op Nieuw-Zeeland, waar Oud en Nieuw gevierd wordt met festivals en vuurwerkshows. Dank je Jacinda Ardern, dat je de wereld hebt laten zien dat democratie en ‘het vrije westen’ ook samen kunnen gaan met het bestrijden van een virus, medemenselijkheid, compassie en empathie. Op Nieuw-Zeeland, waar een mensenleven meer waard is dan geld. Op Jacinda Ardern. Twintigtwintig was jouw jaar.

Ginny Mooy
Ginny Mooy

Ik ben antropoloog en schrijfster van de romans De Wil om te Doden, Moordjongens en Ana. Als antropoloog heb me gespecialiseerd in de problematiek rond kindsoldaten (peace/conflict, social movements, propaganda, extreme geweldpleging, herintegratie postconflict). In Sierra Leone was ik betrokken bij de bestrijding van ebola. Momenteel doe ik onderzoek naar de invloed van gedrag op de coronapandemie.

Deel op: