Als dit ‘de’ Nederlander is, hoef ik geen Nederlander meer te zijn

Sinds de verkiezingswinst van de PVV zijn alle sluizen open: racisme en moslimhaat mogen er aan alle kanten als spuitpoep uitstromen. Er is geen enkele rem meer. Geen enkele gene. Hoe smeriger, hoe beter. De racisten hebben Nederland veroverd en dat zullen ze laten weten ook.

Gisteravond liep Caroline van der Plas van de BBB bij de Op1 uitzending van de radicaalrechtse omroep WNL leeg over de door haar veronderstelde diep antisemitische ziel van Syriërs, Eritreeërs en Jemenieten. Heus niet allemaal ‘anders krijgen we dát weer’, zei ze nog met een vieze blik. De andere tafelgasten knikten instemmend. Zo is het. Ze zat er om een pleidooi te houden voor het verplichten van Holocaustonderwijs bij de inburgeringscursus. Want het zijn die buitenlanders, die Joden haten. Dat de holocaust in Europa plaatsvond is voor haar blijkbaar een detail dat je onbesproken kunt laten.

Zelf vind ik Jodenhaat eigenlijk precies wat zíj doet: kritiek op de afschuwelijke wandaden van Israël tegen de Palestijnen als antisemitisme verkopen en als politiek instrument gebruiken. Uiteindelijk zal zich dit tegen Joden keren, want de opinie heeft zich wereldwijd al tegen Israël gekeerd. Nederland is een van de weinige landen ter wereld waar dat nog moet doordringen. En ook hier vindt meer dan de helft van de bevolking inmiddels dat Nederland meer moet doen om Gaza te helpen. Wat het kabinet doet, heeft geen draagvlak. Niemand heeft hier iets aan. Israël heeft een extreemrechtse regering. Het verzet tegen de misdaden van Israël framen als antisemitisme en intussen de ‘mogelijke’ genocide tegen Palestijnen ondersteunen omdat ze moslims zijn, is van het vunzigste soort Jodenhaat die ik me kan bedenken. Als je geen extreemrechtse Zionist bent, ben je geen Jood. Zo ver zijn we al. En tja, uiteindelijk is het straks niet de schuld van de rechtschapen Van der Plas, maar van Joden. Ik kan het op mijn tien vingers natellen.

Goed, ik zal het wel verkeerd interpreteren. Natuurlijk bedoelt ze het allemaal goed. Ze bedoelen het altijd goed. Want ze zijn goed. Nu zat ik gisteravond toevallig ook mijn oude stukken terug te lezen, uit de tijd dat ik nog veel over racisme en de multiculturele samenleving schreef. Waar ik mee gestopt ben vanwege de vele bedreigingen die ik kreeg. Ik had er nooit mee moeten stoppen. Ik schrok er zelf van namelijk, dat de toon die ik aansloeg in die stukken nu helemaal niet meer zou kunnen. Hoe normaal racisme al is geworden. Hoeveel taboes er de afgelopen tien jaar zijn gekomen om tegenspraak te smoren.

Van der Plas laat zich vaker uiterst racistisch uit. Allemaal met de beste intenties natuurlijk en ze bedoelt het niet zo. Ze zegt gewoon waar het op staat, heel verfrissend. Van der Plas staat model voor ‘de gewone Nederlander’, zo is ze aan ons verkocht. Daarom plaats ik onderstaand stuk. Omdat. Als dit het prototype van ‘de gewone Nederlander’ is, ik er niets van moet hebben. Ik hoef het niet. Ik hoef het niet te worden, ik hoef het niet te zijn. En dat kan ik eigenlijk veel beter duidelijk maken in de woorden van toen, omdat ze nu niet meer kunnen.


Beste Nederland, dit is waarom ik desintegreer

Gepubliceerd op 30 juni 2014

desintegratie

Er was een tijd dat het woord ‘integratie’ zo vaak gebruikt werd, dat het een cultuur op zich werd. Maar we zijn het kennelijk moe geworden. Niet de zucht naar integratie, maar het woord. Want het wordt tegenwoordig niet zo vaak meer gebruikt. Misschien is dat meer omdat we tegenwoordig genoeg integratie ‘stimulerende’ wetten en maatregelen hebben, waardoor het integratie-debat overbodig is geworden. Integratie is een doodnormale zaak. Althans, zo lijkt het. Integratie is de norm. Niemand die er nog aan twijfelt dat je het af kunt dwingen. Er valt geen woord meer tussen te krijgen. Dat wordt zelfs niet meer gewaardeerd. Maar je kunt dat tegengeluid wel de mond snoeren, problemen druk je er de onzichtbaarheid mee in. Waar het groeit en woekert. En uiteindelijk problemen zal veroorzaken. Zo’n taboe uit dat verloren gegane integratiedebat. Want wie durft het tegenwoordig nog te zeggen: integratie is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt.

Er was een tijd dat ik nooit over integratie nadacht. Ik was gewoon Nederlands. Natuurlijk zag ik de verschillen met autochtone Nederlanders heus wel. En uiteraard had ik er hier en daar moeite mee. De Nederlandse cultuur is er nou niet bepaald een van toegankelijkheid. En het is ook niet zo dat autochtone Nederlanders zich stonden te verdringen om me welkom te heten in ‘hun’ cultuur. Het werd je toch altijd wel met dat vingertje gebracht: ‘Zó doen wij dat hier.’ Punt uit. Niet echt aantrekkelijk. Zeker niet als het je als een standje, oh zo belerend en vermanend, wordt gebracht. Bovendien vond ik het moeilijk om echt contact te maken met autochtone Nederlanders. De ongastvrijheid bijvoorbeeld, remt het ‘je-thuisvoelen-gevoel’ nogal. En met Nederlands eten kwam ik alleen in aanraking omdat mijn moeder een Margriet-kookboek had gekocht. Ik heb in mijn hele leven niet meer dan een keer of tien bij autochtone Nederlanders thuis gegeten. En slechts één keer kreeg ik een Hollands gerecht voorgeschoteld. Nog op mijn verzoek ook. Want de autochtone Nederlanders waar ik bij kwam, eten – naar eigen zeggen – vooral ‘buitenlands eten’.

Er was dus een tijd dat ik me gewoon Nederlands voelde. Dus. Ondanks wat minimale verschilletjes. Het was ook niet iets waar ik bewust over nadacht. Nederland was het summum voor mij. Über alles. Dit was mijn thuis. Niet perfect, maar waar is dat wel zo? Discriminatie en racisme accepteerde ik vergoelijkend. Meestal. Behalve die ene keer toen ik als tienjarige door de eigenaar van de boekenwinkel midden op straat werd uitgekleed omdat hij zeker dacht te weten dat ik iets gestolen had. En die keer dat een vriendin en ik samen bij de Jamin in het kantoortje werden vastgehouden, en alleen míjn jas, tas en lichaam werd onderzocht en ik er pas buiten achter kwam dat het mijn witte vriendinnetje was die iets gestolen had. Of die keer dat ik door een buurjongen ‘naar mijn eigen land’ werd gewenst vanwege een kinderachtige ruzie. Oh, en die keer dat ik voor het eerst op een formulier in moest vullen dat ik allochtoon was. En die keer dat ik de enige was die zich moest legitimeren op Amsterdam CS. Of die keer dat ik voor het eerst preventief gefouilleerd werd. Nou ja. Niks belangrijks. Het hoorde er nou eenmaal bij. Helemaal niet erg. En dat meen ik. Ik vond het echt niet erg. Ik voelde me er in ieder geval niet mínder Nederlander door. Hoewel ik het uiteraard wel onrechtvaardig vond. Want ook daar was ik Nederlander voor.

Er was een tijd dat ik absoluut geen moeite had álle onderdrukkende maatregelen van de overheid te vergoelijken. Ik hield van Nederland. Met hart en ziel. Ik had vertrouwen in het systeem. In de wet. In de media. In Nederlanders. In alles eigenlijk. Maar toen kwam de tijd dat ik me constant moest verantwoorden. De tijd waarin ik mijn ‘minderwaardigheid’ moest gaan accepteren. De tijd waarin ik me constant in een hoek gedrukt voelde. Omdat racisme en discriminatie een ware hype werden. Het schokkende besef dat de haat jegens alles wat gekleurd is zo wijdverbreid bleek te zijn. En dat ik die mensen altijd de hand boven het hoofd heb gehouden. Na 9/11 probeerde ik het echt nog wel, maar ik moest me echt in allerlei rare spasmes drukken om me nog Nederlands te voelen. Hoewel het Nederland niet eens direct aanging. Ik beleefde 9/11 en de war on terror als een excuus van autochtone Nederlanders om eindelijk die diepgewortelde haat ongegeneerd naar buiten te mogen gooien.

Het was in die tijd dat Ik van de ene op de andere dag werd gedegradeerd tot multiKUL. Mijn identiteit werd me hardhandig afgenomen. Ik wás geen Nederlander. Ik hoorde er niet bij. Omdat ik er niet bij wílde horen. Ik deed niet genoeg mijn best. INTEGREREN moest ik. NU! Maar dat ging dan weer typisch op z’n Nederlands. Want nergens gingen er deuren open om me te laten zien wat dat èchte Nederlandse leven nou eigenlijk inhield. Hermetisch afgesloten dat Nederlanderschap. En oh hemel, dan had Nederland zelfs niet eens een cultuur. Maar integreren moest en zou ik. Waarin, dat moest ik dan zelf maar uitzoeken. De verwarring was groot. En omdat er een tijd kwam dat ik door de bomen het bos niet meer zien kon, ging ik op zoek naar de way out. Omdat Nederlander worden zo’n mysterieus en onhaalbaar ding geworden was. Iets waar ik toch nooit aan zou kunnen voldoen. Omdat ik het nooit genoeg wèl kon willen. Er was altijd wel iets mis. Dus vond ik een identiteit in het allochtoon-zijn. Niet eens zozeer in één bepaalde cultuur. Want ik had me inmiddels zo vaak moeten verantwoorden voor Marokkaanse criminelen, dat ik er een geworden was. En ik had me al zo vaak moeten verdiepen in de islam, dat ik me net zo goed had kunnen bekeren. Ik had me zo vaak moeten verdedigen over Afrikaanse goudzoekers, dat ik dacht dat ik ook ‘dat’  was. En het is dat ik zo’n ding gewoon te warm en ongemakkelijk vind, maar omdat ik me zo vaak over DE hoofddoek uit heb moeten spreken, heb ik zelfs heel vaak gewenst dat ik er een had.

Goed. Er was dus een tijd dat ik me gewoon Nederlands voelde. Zonder vragen. Zonder twijfel. Zonder argwaan. Zonder schaamte. Omdat Nederlands-zijn fijn voelde. Omdat ik dacht dat ik erbij hoorde. Omdat ik dacht dat ik ook Nederlands wás. Maar de tijd is gekomen, dat ik het niet meer wil zijn. Het beeld dat ‘de’ Nederlander me sinds 9/11 van zichzelf heeft gegeven, is namelijk iets wat ik verafschuw. Integreren? Dáárin? Sure? Echt niet! Ik roei met alles wat ik in me heb tegen die stroom in. Want dat integratiedebat en alle bijbehorende wetten en maatregelen, hebben me iets heel waardevols opgeleverd. Eigenwaarde. Een ‘overdosis aan’ zelfs. En een reële kijk op ‘de’ Nederlander. Want ‘de’ Nederlander haat mij. En dat is waarom mijn integratie mislukt is. Want voordat ik multiKUL werd, was ik nauwelijks ‘allochtoon’. Door de onderdrukking ben ik het wel geworden.

Hoe meer mijn koppie de kop ingedrukt wordt, hoe meer ik DESintegreer. Omdat me constant iets wordt voorgeschoteld waar ik niet bij kán horen. En hoe graag ik dat vroeger, ooit, wel heel graag wilde, wil ik dat nu nooit meer wíllen. Omdat Nederlands-zijn niet meer fijn voelt. Want Nederlands-zijn betekent haten. Onderdrukken. Minachten. Uitlachen. Weghonen. Een superioriteitscomplex. Constant met die botte bijl rondlopen. Beledigen. Vernederen. Discrimineren. Integreren? Dáárin? Nee, nooit! Ik hou me vast aan dat bijzondere slag autochtonen dat zich, bijna op onnatuurlijke wijze, niet murw laat slaan door de propaganda en indoctrinatie. Nederlanders die zich niet laten opdringen ‘de ander’ te haten. Die stevig stand houden in hun acceptatie van multiKUL, ook al wordt hun koppie er daardoor vaak afgesneld. Nederlanders die ondanks álles een open mind blijven houden. Hèn vind ik bewonderenswaardig. Dat ze niet bezwijken onder zoveel druk. Dat ze er hun eigen denkbeelden op na houden. En mij daarmee laten zien hoe goed een mens óók kan zijn. Ik vestig mijn hoop op hen. En spreek de wens uit, uit het diepst van mijn hart, dat er een dag zal komen, waarop zíj ‘de’ Nederlander zullen zijn.

Deel op:
Weg met het liberalisme en iedereen moet terug naar zijn eigen land. Dát is de ideologie die de wereld verovert.

Weg met het liberalisme en iedereen moet terug naar zijn eigen land. Dát is de ideologie die de wereld verovert.

“Ze noemen ons eens geen fascisten, of semi-fascisten. Ze willen een echt debat!” schreef Yoram Hazony onlangs enthousiast op Twitter. De oprichter van de NatCon-beweging reageerde op twee essays in The Economist, die handelden over de dreiging van een wereldwijd front van nationalistisch conservatieven versus het liberalisme.

In een van de essays stelt The Economist dat liberalen het patriotisme – de natuurlijke liefde voor het eigen land – zouden moeten omarmen en zich aan zouden moeten passen aan het nationalistisch conservatisme. Niet vreemd dus, dat Hazony zo opgetogen reageerde, want het invloedrijke nieuwsmedium speelde daarmee recht in zijn kaart; ze pleiten voor het mainstreamen van radicaal gedachtengoed en het overnemen van een politieke ideologie. Wat de VVD deed met het gedachtengoed van de PVV dus, waarmee het de eigen partij grotendeels overbodig maakte en extreme overtuigingen normaal maakte en in het beleid doorvoerde.  

Wie is Hazony

Hazony is in de eerste plaats, zo schrijft hij in zijn boek The Virtue of Nationalism, een geboren Zionist. Zijn politieke visie erfde hij van zijn ouders en grootouders die in de jaren 1920 en 1930 naar Joods Palestina vertrokken met het doel daar een onafhankelijke Joodse staat te vestigen. Het Zionisme (of Joods nationalisme) is dan ook zijn ‘natuurlijke’ kijk op het leven en de wereld. Zijn loopbaan concentreert zich rond ditzelfde thema: nationalistisch conservatisme.

Hazony werd filosoof, bijbelgeleerde en politiek theoreticus. Momenteel is hij voorzitter van het Herzl Instituut in Jeruzalem en medeoprichter van de Edmund Burke Foundation, dat fungeert als gastheer van de NatCon Conference. Hij werkte ooit nauw samen met Netanyahu, maar zijn invloed is vooral buiten Israël van betekenis: als je het denken van de Trump-regering wil begrijpen, moet je het werk van Hazony lezen – aldus Wes Mitchell, voormalig adjunct-staatssecretaris van de Trump administratie voor Europa.[1] Zijn invloed strekt echter verder dan Trump. Zijn nationalistisch conservatisme reist inmiddels de hele wereld over.

NatCon, een mondiale beweging

Het nationalistisch conservatisme kennen we in Nederland vooral van Forum voor Democratie (FvD) en op social media van politieke influencers als Eva Vlaardingenbroek en Raisa Blommestijn. Hoewel zij er in Nederland een behoorlijke aanhang voor vinden, wordt er toch wat lacherig over gedaan. NatCon is niet serieus te nemen. Misschien komt het daarom zo weinig aan bod in de Nederlandse journalistiek.

Headline The Economist (klik hier voor het artikel)

De nationalistisch-conservatieven maken echter steeds meer deel uit van een wereldwijde beweging met eigen netwerken van denkers en leiders, en bestaat er ook een grote overlap in hun ideologie. Ze delen niet alleen de populistische methode van politiek bedrijven met elkaar. Het gaat dieper dan dat. Hoewel het geen coherente beweging is, verenigen ze zich razendsnel. Ook Geert Wilders hoort bij deze beweging. In Nederland willen journalisten daar nog niet zo aan, want Wilders zou te liberaal zijn. In sociaal-cultureel opzicht is Wilders echter verre van liberaal. Buiten Nederland twijfelen politiek commentatoren dan ook helemaal niet aan de rol van Wilders binnen deze beweging. Zowel Wilders’ methode als zijn ideeën passen naadloos in nationalistisch-conservatieve beweging. Daarom staat Nederland ook in het rijtje van landen die een bedreiging zullen vormen voor de wereldorde, nu het gedachtengoed van Wilders zo’n grote stempel op het Nederlandse beleid drukt.

Wereldwijde samenwerking

Voor de Nederlandse pers lijkt te gelden dat gedachtengoed van individuele politiek leiders volledig overeen moet komen met de oorspronkelijke ideologie, om de link te kunnen leggen met die ideologie. Maar de NatCon-beweging is op zichzelf incoherent, de ideologieën van de afzonderlijke politici of politieke bewegingen zijn op verschillende vlakken uiteenlopend. Dat is het punt echter niet. Het gaat het om de mate waarin de overlap een bepaalde ontwikkeling teweegbrengt, niet of de ideologieën perfect met elkaar overeenkomen. Het gaat niet om de vorm, maar om het effect. Het gaat erom dat politiek leiders over de hele wereld zich met elkaar verenigen juist op de overlap van dit gedachtengoed. De verschillen in ideologie en het respect voor die onderlinge verschillen onder politiek leiders vormen juist de essentie van NatCon.

Wilders zoekt nadrukkelijk de samenwerking met andere politiek leiders met dit gedachtengoed en hij profileert zich er – zeker internationaal – nadrukkelijk mee. Laten we zijn Tweet van 26 januari jongstleden nemen, dat was tijdens de eerste informatieronde van de kabinetsformatie. Hij plaatste toen een cartoon van de omstreden cartoonist Ben Garrison, waar velen aanstoot aan namen vanwege vermeend antisemitisme.

Een cartoon die de indruk van antisemitisme wekt zou Wilders als strijder voor Israël al niet moeten plaatsen, dat is één ding. Deze cartoon gaat echter niet over antisemitisme, integendeel. Het gaat over nationalistisch conservatisme, over het herscheppen van de wereldorde naar de tijd van vóór de Tweede Wereldoorlog. Het gaat om een wereld van – idealiter – zuivere etnostaten. Nationale onafhankelijkheid en zelfbeschikking aan ‘tot slaaf gemaakte volkeren over de hele wereld’.

Yoram Hazony

The Virtue of nationalism, p. 10-11

Tot aan de Tweede Wereldoorlog geloofden velen nog steeds dat het principe van nationale vrijheid de sleutel was tot een rechtvaardige, diverse en relatief vreedzame wereld. Maar Hitler veranderde dat allemaal, en vandaag leven we in de nasleep, waarin een simplistisch verhaal, onophoudelijk herhaald, beweert dat “nationalisme twee wereldoorlogen en de Holocaust heeft veroorzaakt”. En wie zou eigenlijk een nationalist willen zijn als nationalisme betekent dat racisme en bloedvergieten op onvoorstelbare schaal worden ondersteund? Nu het nationalisme zo wordt bezoedeld als de oorzaak van het grootste kwaad van onze tijd, is het niet verwonderlijk dat de oude intuïties ten gunste van nationale onafhankelijkheid geleidelijk zijn afgezwakt en uiteindelijk zelfs in diskrediet zijn gebracht. … De nieuwe wereld die zij [de liberalen] voor ogen hebben, is er een waarin liberale theorieën over de rechtsstaat, de markteconomie en individuele rechten … worden beschouwd als universele waarheden en worden beschouwd als de juiste basis voor een internationaal regime dat de onafhankelijkheid van de nationale staat overbodig zal maken. Met andere woorden, wat wordt voorgesteld, is een nieuw “liberaal rijk” dat de oude protestantse orde, gebaseerd op onafhankelijke nationale staten, zal vervangen. Het is het imperium dat verondersteld wordt ons te redden van het kwaad van het nationalisme.

Het is de basis van het Zionisme van Hazony en daarmee ook de basis van het gedachtengoed van NatCon: dat wereldleiders uit schuldgevoel over de holocaust de grote denkfout maakten dat een verenigde wereld het antwoord zou zijn op ‘dit nooit meer’. De globale hegemonie en internationale samenwerkingsverbanden die daaruit voortkwamen moet worden teruggedraaid. De wereld moet juist bestaan uit soevereine etnostaten. Het tij moet worden gekeerd. De huidige wereldorde moet worden teruggedraaid.

Wilders is NatCon

Het nationalisme waar Hazony mee opgroeide is ‘een principieel standpunt dat de wereld het beste bestuurd wordt als naties in staat zijn hun eigen onafhankelijke koers uit te stippelen, hun eigen tradities te cultiveren en hun eigen belangen na te streven zonder inmenging. Dit in tegenstelling tot het imperialisme, dat vrede en welvaart in de wereld wil brengen door de mensheid zoveel mogelijk te verenigen onder één politiek regime.’ Het nationalisme is een theorie over hoe de politieke wereld geordend zou moeten zijn.

Hazony schreef een boek om zijn ideologie uiteen te zetten (The Virtue of National Conservatism, hier te downloaden), maar Wilders kan het samenvatten in één simpele tweet:

Een aantal overtuigingen verenigen de beweging: woede tegen liberalen, extreme eerbied voor traditie, afschuw over ‘ongecontroleerde immigratie’ en een schijnbare bereidheid om conservatieve, vaak christelijke, waarden aan anderen op te leggen.[2] Dit worden vaak ‘Judeo-Christelijke waarden’ genoemd (ook door Wilders), wat eigenlijk een hondenfluitje is voor witte suprematie. Het Judaïsme en het Christendom zijn namelijk niet één geloof. NatCon zou volgens Hazony juist níet racistisch zijn, want het zou er juist oog voor hebben dat culturen beter tot hun recht komen in hun eigen habitat. De overtuigdheid van witte – voor Zionisten zelfs Joodse – superioriteit, vormt ontegenzeggelijk de basis van dit gedachtengoed. Vaak speelt anti-islamitisch sentiment een belangrijke rol.

Weg met het liberalisme

Kort samengevat is de wereldorde die na de Tweede Wereldoorlog is ontstaan een grote fout (grap, noemt hij het) en moet die worden teruggedraaid. Meer dan wat ook is het nationalistisch conservatisme antiliberaal, tégen de liberale constructie van het Westen.

Welk tij moet gekeerd worden?
Er vond een getijdenverschuiving plaats in de houding ten opzichte van uitingen van nationaal en religieus particularisme. De twee wereldoorlogen hadden Europa een nauwelijks voorstelbare catastrofe gebracht, met de monsterlijke misdaden van de Duitse troepen tijdens de Tweede Wereldoorlog als kroon op het kwaad. En terwijl de naties worstelden om te begrijpen wat er was gebeurd, waren er mensen – zowel marxisten als liberalen – die graag wilden uitleggen dat de oorzaak van de catastrofe de orde van de nationale staten zelf was geweest. … na de Tweede Wereldoorlog vond het eindelijk zijn merkteken. Toen foto’s uit de Duitse vernietigingskampen circuleerden, nam ook de bewering toe dat wat Duitsland had gemotiveerd om alle Joden in de wereld te vermoorden, het ‘nationalisme’ van de Duitsers was geweest.In hun radio-uitzendingen benadrukten de Verenigde Staten en Groot-Brittannië consequent dat het hun doel was om als alliantie van onafhankelijke naties de onafhankelijkheid en zelfbeschikking van nationale staten in heel Europa te herstellen. En uiteindelijk was het het Amerikaanse, Britse en Russische nationalisme – zelfs Stalin had de marxistische prietpraat over ‘wereldrevolutie’ opgegeven ten gunste van een openlijk beroep op Russisch patriottisme – dat het Duitse streven naar een universeel imperium versloeg. … Volgens deze manier van denken was het antwoord op het overweldigende kwaad van het Duitsland uit het nazi-tijdperk het ontmantelen van het systeem van onafhankelijke natiestaten dat Duitsland het recht had gegeven om zelf beslissingen te nemen, en het te vervangen door een overkoepelende Europese unie die in staat zou zijn om Duitsland in bedwang te houden. Of met andere woorden: neem de Duitse zelfbeschikking weg en je zou welvaart en vrede in Europa brengen. Het voorstel dat men in staat zal zijn om Duitsland te “beteugelen” door de nationale staten van Europa te elimineren, wordt vandaag de dag eindeloos herhaald in Europa.waarom zou iemand willen opkomen voor het idee van nationale onafhankelijkheid, als nationale onafhankelijkheid de wereldoorlog en de Holocaust heeft veroorzaakt? … Bovendien heeft de bereidheid van de Verenigde Staten om hun legers voor het grootste deel van een eeuw in Europa te stationeren, ertoe geleid dat vrede en veiligheid naar de Europese naties zijn gekomen zonder dat ze hoefden te investeren in capaciteiten, militair of conceptueel, die in verhouding staan tot de werkelijke veiligheidsbehoeften van landen die grenzen aan Rusland en de moslimwereld. Dit eigenaardige feit – dat Amerikanen de financiële en militaire middelen blijven leveren die nodig zijn om de vrede in Europa te bewaren tegen relatief lage kosten voor Duitsland of Frankrijk – is een onderliggende reden geweest dat Europeanen zo geslagen zijn door de liefde voor het liberale rijk.Europeanen zijn gereduceerd tot de toestand van louter afhankelijkheid, bestaande bij de gratie van Amerikaanse vrijgevigheid. … Als er geen Europese Unie was geweest, geen politieke eenwording van Frankrijk of Nederland met Duitsland, zou de militaire aanwezigheid en bescherming van Amerika in ieder geval de vrede in Europa hebben gegarandeerd. Dit is wat rijken doen. Ze bieden vrede in ruil voor het afzien van de onafhankelijkheid van een natie – inclusief haar vermogen om als een onafhankelijke natie te denken en om volwassen beleid te bedenken en uit te voeren dat past bij het leven van een onafhankelijke natie. … Het resultaat is het politieke landschap dat we om ons heen zien. Van Europa tot Amerika is de protestantse constructie die het Westen zijn buitengewone kracht en vitaliteit gaf, verworpen door stedelijke en goed opgeleide mensen. Degenen die oproepen tot het herstel van de instelling van de nationale staat worden niet langer erkend als degenen die voorstellen dat we de fundamenten van de politieke orde waarop onze vrijheden zijn gebouwd, stevig maken. In plaats daarvan wordt een dergelijk pleidooi opgevat als een voorstel om terug te keren naar de barbarij, naar de slechte oude wereld die in 1945 had moeten sterven.Yoram Hazony in The Virtue of Nationalism, p. 37-38

Hazony erkent zelf dat ‘het tij’ niet zomaar te keren valt en dat zo’n terugdraaiing van de wereldorde lange tijd zal vergen. Dat weerhoudt de politieke opportunisten er echter niet van om een snelle verandering te willen forceren. Dat heeft al geleid tot groteske fantasieën over massamoorden en massadeportaties, grove mensenrechtenschendingen, er werden nieuwe muren opgetrokken en het heeft ook al geleid tot wrede onderdrukking van groeperingen binnen samenlevingen (denk aan de Oeigoeren of moslims in India om maar een paar voorbeelden te noemen). Ernstige oorlogsmisdaden moeten ook aan dat rijtje worden toegevoegd. Zowel Poetin als Netanyahu worden gedreven door hún ideeën van nationalistisch conservatisme.

Hoe je ook over het gedachtengoed denkt en hoe wreed je ook van inborst mag zijn, een wereld waar dood en verderf dagelijkse kost is, is een unheimische plek voor iedereen. Bovendien zal er geen welvaart en welzijn op gedijen. Over haalbaarheid maken de Nationalistisch Conservatieven zich geen zorgen. Dat er echt nergens een plek op aarde is waar je burgers die je niet meer wil kunt dumpen, het doet er niet toe. Ze keren zich hoe dan ook tegen de multiculturele samenleving, hoewel ze goed begrijpen dat die samenleving zo is en blijft. Want hoewel die leiders gezamenlijk optrekken om radicaalrechts gedachtengoed te wereld te laten veroveren, het begin van een antwoord op het vraagstuk hoe ze hun plannen willen bereiken hebben ze niet.

Het tijdperk van de sterke leiders

Het hedendaagse politieke landschap wordt gekenmerkt door een opkomst van sterke leiders over de hele wereld. Deze leiders, zoals Poetin, Trump, Erdogan, Xi, Modi, en anderen, beloven vaak een terugkeer naar een vermeend verleden van nationale grootsheid, gedreven door angst en nationalisme. Gideon Rachman’s “The Age of the Strongman” belicht deze trend en wijst op de gevaren ervan voor de democratie.

Wat deze leiders kenmerkt is hun claim het échte volk te vertegenwoordigen, terwijl ze politiek bedrijven gedreven door angst, nationalisme, ze minachten de rechtsstaat, politieke correctheid en liberale waarden. Ze creëren graag een persoonlijkheidscultus om zichzelf heen. Deze trend zien we zowel in democratische, als in autocratische staten. Ze beloven vaak een herstel van een verloren tijdperk van nationale grootsheid. Hun stijl is populistisch, waarbij eenvoudige oplossingen voor complexe problemen worden gepresenteerd. Eén belangrijke overeenkomst: ze zijn nationalistisch en conservatief, maar politieke commentatoren zijn keer op keer zo verblind door de stijl dat ze in deze leiders een frisse, liberale belofte zien. Volgens Gideon Rachman, tenminste. Hij mag het zeggen, als journalist voor de Financial Times viel hij zelf ook in die valkuil. Poetin, Trump, Erdogan, Xi, Modi, Duterte, Mohammed bin Salman, Bolsonaro, Netanyahu, Johnson, Abiy Ahmed, Orbán, allemaal werden ze door westerse politiek commentatoren eens gezien en gepusht als (liberale) belofte.

Hazony over een wereldorde gebaseerd op onafhankelijke naties zoals in de Hebreeuwse Bijbel (klik om uit te vouwen).

Het idee dat de politieke orde gebaseerd zou moeten zijn op onafhankelijke naties was een belangrijk kenmerk van het oude Israëlitische denken, zoals weerspiegeld in de Hebreeuwse Bijbel (of “Oude Testament”). En hoewel de westerse beschaving gedurende het grootste deel van haar geschiedenis werd gedomineerd door dromen van een universeel rijk, heeft de aanwezigheid van de bijbel in het hart van deze beschaving ervoor gezorgd dat het idee van de zelfbepalende, onafhankelijke natie keer op keer nieuw leven werd ingeblazen.

Waarom hecht de bijbel zoveel belang aan de onafhankelijkheid van naties? De wereld van Israëls profeten werd gedomineerd door een opeenvolging van keizerlijke machten: Egypte, Babylonië, Assyrië en Perzië, die elk plaats maakten voor de volgende. Ondanks hun verschillen trachtte elk van deze rijken een universele politieke orde op te leggen aan de mensheid als geheel, aangezien de goden hen hadden gezonden om onnodige geschillen tussen volkeren te onderdrukken en een verenigd internationaal rijk te creëren waarin mensen in vrede en welvaart konden samenleven.

Door een einde te maken aan oorlogvoering in uitgestrekte gebieden en hun bevolking in te zetten voor productief landbouwwerk, waren imperiale machten in feite in staat om miljoenen mensen een relatief betrouwbare vrede te brengen en een einde te maken aan de dreiging van hongersnood. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de keizerlijke heersers van de oude wereld het als hun taak beschouwden, in de woorden van de Babylonische koning Hammurabi, om ‘de vier windstreken van de wereld tot gehoorzaamheid te brengen’. Die gehoorzaamheid maakte redding van oorlog, ziekte en hongersnood mogelijk.

[D]e Bijbel is ontstaan uit een diepgewortelde oppositie tegen dit doel. Voor Israëls profeten was Egypte “het huis van slavernij”, en zij spaarden geen woorden om het bloedvergieten en de wreedheid te betreuren die gepaard gingen met de keizerlijke verovering en met de keizerlijke manier van regeren, het gebruik van slavernij en moord en de onteigening van vrouwen en eigendommen. Dit alles, zo betoogden de Israëlitische profeten, kwam voort uit de afgoderij van Egypte – uit zijn onderwerping aan goden die elk offer zouden rechtvaardigen zolang het de uitbreiding van het keizerlijke vrederijk bevorderde en de productie van graan op maximale capaciteit hield.

Het is in de Bijbel dat we de eerste duurzame presentatie vinden van een andere mogelijkheid: een politieke orde gebaseerd op de onafhankelijkheid van een natie die binnen beperkte grenzen leeft naast andere onafhankelijke naties. De bijbel propageert systematisch het idee dat de leden van een natie elkaar als “broeders” moeten beschouwen, en de Mozaïsche wet bood de Israëlieten een grondwet aan die hen zou samenbrengen in wat tegenwoordig een nationale staat zou worden genoemd. … De koningen en profeten moesten gekozen worden uit hun eigen broeders. Bovendien stelt Mozes grenzen voor Israël en instrueert hij zijn volk om hun handen af te houden van het land van naburige koninkrijken. Door de hele Bijbel heen zien we dat het politieke streven van de profeten van Israël niet een imperium is, maar een vrije en verenigde natie die in gerechtigheid en vrede leeft te midden van andere vrije naties.

De Bijbel legt dus een nieuwe politieke opvatting op tafel: een staat van één enkele natie die verenigd is, zichzelf bestuurt en niet geïnteresseerd is in het onder zijn heerschappij brengen van zijn buren. Deze staat wordt niet geregeerd door buitenlanders die verantwoording verschuldigd zijn aan een heerser in een ver land, maar door koningen en gouverneurs, priesters en profeten uit de gelederen van de natie zelf – individuen die juist om deze reden worden verondersteld beter in staat te zijn om in contact te blijven met de behoeften van hun eigen volk, hun ‘broeders, ” inclusief de minder bedeelden onder hen.

Het is belangrijk op te merken dat de opvatting van de Israëlieten over de natie niets te maken heeft met biologie, of wat wij ras noemen. Voor bijbelse natiën hangt alles af van een gedeeld begrip van geschiedenis, taal en religie dat van ouders op kinderen wordt doorgegeven, maar waar ook buitenstaanders zich bij kunnen aansluiten.

Uit: The Virtue of Nationalism, pagina 13-14

Hoewel de voortekenen er altijd waren, misten commentatoren steevast de autocratische en tirannieke eigenschappen die deze leiders dreven. Hun harde taal, hun ogenschijnlijke daadkracht en hun durf om de regels te willen buigen om ‘het gedaan te krijgen’, het sleept niet zelden ook politiek commentatoren mee. De ophef die deze politici creëren verkoopt ‘het nieuws’ niet alleen (en brengt zodoende dus geld in het laatje), het brengt ook sensatie in het werk. Persoonlijke vooroordelen over problemen in de samenleving en de belofte van verandering en democratische vernieuwing kunnen ook een rol spelen. Kijk naar Nederland. Het zijn de radicaalrechtse partijen die zich mogen verzekeren van veel media-aandacht, waardoor de ene na de andere nieuwe partij ineens grote verkiezingswinsten behaalt. Andere kleine partijen die meer gematigd zijn, krijgen nauwelijks aandacht.

Het is de schuld van de media. En dat is echt zo.

De media maken deze leiders groot. Journalisten en commentatoren doen dat zonder gedegen analyse van die leiders en hun partijen. Zo wordt in Nederland de wereldwijde samenwerking tussen al die sterke leiders – die bijna allemaal in meer of minderen mate nationalistisch conservatief zijn – gebagatelliseerd of volledig over het hoofd gezien. Het is voor onze politiek commentatoren vooral een opwindend tijdperk met veel roering in het politieke en publieke debat. Gouden tijden voor commentatoren en opiniemakers ook. Zonder er ook maar een academisch onderzoek op na te slaan en het ideologische plaatje te overzien, promoten ze dergelijke politici en partijen als een belofte. Zo zijn de media de wegbereiders voor verandering.

Nergens waar deze sterke leiders aan de macht zijn gekomen hebben ze iets goeds gebracht. Lees The Age of the Strongman van Gideon Rachman. De voortekenen en de waarschuwingen waren er altijd al. Het blijken iedere keer weer, stuk voor stuk autoritaire leiders te zijn, met een sterke antiliberale inslag. In Nederland geldt dit zowel voor de PVV als voor VVD, NSC en BBB. De leiders van die partijen zijn ook zonder uitzondering autoritair, met tirannieke trekken. Ze gedijen op het zaaien van verdeeldheid, intimidatie van wetenschappers, columnisten en burgers. De wens om rechten van burgers te beperken ligt bij hen steeds vaker voor op de tong. Het welzijn van burgers en harmonieus samenleven, het bevorderen van debat en de bescherming van onze rechten, staat op geen van hun agenda’s. Van volproppen met pesticides tot het blokkeren van antidiscriminatiewetten, het is ongezondheid en ongelijkheid wat de klok slaat.

De opkomst van deze autoritaire leiders vormen een bedreiging voor de fundamentele waarden van vrijheid, democratie en mensenrechten. Het kan ernstige gevolgen hebben voor de stabiliteit, welvaart en vrede, zowel op nationaal als internationaal niveau. Een wereldwijde samenwerking tussen dit soort leiders zal niet direct welk tij dan ook keren, maar het zal veel schade berokkenen. Zowel binnen, als tussen naties. Dat doet het nu immers al.

Nederland gaat gaga

Nederland staat in dat rijtje van landen die ‘gaga’ gaan voor het nationalistisch conservatisme. Internationale commentatoren zien het gelukkig wel. Helaas is Nederland al zo erg naar binnen gericht, dat kennis van buiten – of zelfs van de eigen academici, niet doordringt tot de politieke redacties. Weet wat je doet. Deze beweging is antiliberaal, antiglobalistisch, vooral anti-moslim maar in bredere zin anti-migrant. Witte superioriteit staat voor velen van hen centraal in hun denken. Ze zijn nationalistisch, conservatief, autoritair. Zij staan niet voor vrede, maar voor een radicale kering van het tij. Iets wat volgens een van de belangrijkste denkers achter die ideologie zelf niet eens mogelijk is.

Het leidt tot haat, verdeling en bloedbaden wereldwijd. Je hoeft maar naar Oekraïne en Gaza te kijken om te zien wat de consequenties zijn. In Rusland noemen ze het Geschiedenispolitiek, in Israël Zionisme. De basis is hetzelfde. Geen internationale verantwoording meer hoeven afleggen, de natie bepaalt zelf hoe het oorlog voert. Het is doorvechten tot er een winnaar of verliezer is. Geen VN, geen NAVO, geen EU, geen internationaal recht meer, maar alle natiestaten voor zich en ieder zijn eigen God. Je hoeft geen Einstein te zijn om uit te kunnen rekenen dat dit uiteindelijk tot hevige en langdurige oorlogen gaat leiden, dat deed het altijd al. Binnen en buiten die natiestaten. Want wie bepaalt wat een natuurlijke orde of onderverdeling is? Tot waar precies moet de klok worden teruggedraaid? Dat zal allemaal opnieuw bevochten moeten worden. Niet met ouderwetse veldslagen, maar nu met moderne wapens.

We moeten naar de toekomst, niet naar het verleden

Denk goed na wat je doet voordat je gaga over radicaalrechts gaat. Alle geitenpaadjes worden door de formerende partijen al verkend, ze zijn allen antirechtstatelijk, antiliberaal en steeds meer antidemocratisch. Rechten worden al op grote schaal geschonden, ondanks die sterke democratie van ons. Iedere week kunnen we daar nog iets bij optellen: de roep om het demonstratierecht in te perken, discriminerende algoritmes, meer surveillance, de inzet van AI, gezichtsherkenning, meer bevoegdheid voor de veiligheidsdiensten. Overal worden zwarte dozen neergezet. De rechtsstaat raakt niet in gevaar, die is al ernstige schade toegebracht. Het gaat met een adembenemende snelheid.

Onze politiek commentatoren moeten die rode pet afzetten en afstemmen op een andere golflengte: die van de samenleving die nu eenmaal multicultureel is en zal blijven. NatCon is hier en is hier even absurd en destructief als in Amerika. Macron zei: ‘Wat ons land nodig heeft, is het herontdekken van een voorliefde voor de toekomst, in plaats van een morbide fascinatie voor een twijfelachtig verleden.’ Zo is het ook voor Nederland. En let vooral heel goed op de VVD. Die partij doet waar Hazony zo enthousiast van wordt. Met recht. Partijen als de VVD van Yeşilgöz zijn vele malen gevaarlijker dan de PVV.


Verwijzingen

[1] Gideon Rachman. The Age of The Strongman: How the Cult of the Leader Threatens Democracy around the World (pp. 151-152). Random House. Kindle Edition.

[2] Andy Beckett. I went to the NatCon conference expecting sinister exuberance. But all I found was doom and gloom. The Guardian. 19 mei 2023.

Deel op:

Timmermans kan het winnen van Wilders

Het was een ijzersterk beeld dat BBB voorvrouw Van der Plas op Twitter plaatste tijdens het formatiedebat van afgelopen woensdag. Een meme van een blah-blah-blatende minion schreeuwde je in het gezicht, nog voordat je haar klagerige bericht had kúnnen lezen. Van der Plas klaagde verontwaardigd: hoe kón Timmermans de PVV zomaar uitmaken voor Minions? Zo disrespectvol.

Haar opwinding was zo oprecht, dat ze zelfs vergat haar favoriete toverwoord ‘dedain’ in te zetten. Verbolgen was ze. Een overduidelijke breuk met haar imago van sterke, no-nonsense kroegtijger die ze normaliter in de media probeert neer te zetten. Iemand die wel kan tegen een plaagstootje of een treiterij. Iemand die graag uitdeelt en ook wel wat kan incasseren. Haar reactie was out of character.

‘Politiek is framing’, het is een van mijn favoriete Wilders citaten. Hij is er de grote meester in. ‘Goede debater’, wordt dat door de pers ook weleens genoemd. Het zijn gewoon oneliners en beledigingen, goed getimed en goed ingezet, zonder enige inhoud, maar hij won er jarenlang de journalistiek mee voor zich in. En via de media ook het grote publiek. Hij durfde het allemaal tenminste te zeggen.

Ook Wilders zelf stond tijdens dat debat met zijn mond vol tanden. ‘Als dit het niveau is…’, stamelde hij wat. Maar aan zijn lichaamshouding was af te lezen dat hij geen weerwoord had op deze onverwachte aanval. ‘Met twee vingers in de neus,’ plaatste hij op X, met een filmpje van zijn debat met Timmermans, waaruit zou moeten blijken dat hijzelf de grote winnaar was. Als bemoedigend schouderklopje kreeg hij van zijn trollenleger de duimpjes nog wel omhoog. Maar hij had verloren, met armlengte afstand. Daarom heeft Wilders een hekel aan Timmermans. Hij kan niet tegen hem op. Geweeklaag was het resultaat. Daar stonden ze dan, de bully’s van het schoolplein. Huilie huilie te doen.

Nu de bully’s zelf een kabinet moeten gaan vormen, moeten ze zich toch wat meer aan gedragsregels houden en dat wringt. Ze zijn nu zelf gebonden aan fatsoen. En deugen. Dat plaatst hen in het defensief, waar ze geen woorden aan kunnen geven zonder terug te kunnen vallen op ordinair taalgebruik en kwetsende krachttermen. Ineens zijn woorden als ‘schandalig’, ‘walgelijk’ en ‘verschrikkelijk’ niet meer toereikend om hun positie te beschrijven. En hun vocabulaire is niet rijk genoeg om scherp terug te kunnen sturen naar hun eigen inhoud, zo ze die hebben.

Het zijn simpele trucjes die ik graag samenvat als de ‘Ben Shapiro methode’. In zijn boekje How to debate a leftist and destroy them, geeft Shapiro een paar gouden vuistregels waarmee ieder debat gewonnen zou kunnen worden. Leg continu inconsistenties bloot, dwing je opponent om een antwoord te geven, roep ‘ad hominem’ zo vaak je kan, zet ze altijd in het defensief want daar zijn ze niet in hun comfort zone, kom niet voor anderen op, heb niet teveel principes wat personen betreft maar focus je op ideeën. Dus wie het ook is en wat ze ook hebben gedaan, hebben ze een argument dat in je straatje past, dan gebruik je dat gewoon. Als je op X zit, dan ken je dit gedrag wel. De twee- of vierluikjes, extreemrechts dat een soort saamhorige club vormt waar de meest idiote figuren alsnog duizenden retweets kunnen verwachten, maakt niet uit wie het is. Als er maar kwetsende dingen in staan, het woordje ‘walgelijk’ en ‘alles moet kapot’ dan vliegen de retweets hen om de oren. En het belangrijkste: frame het debat. Neutraliseer de buzzwords.

Het is een uiterst vervelend en zelfvoldaan boekje maar eerlijk is eerlijk, die methode werkt wel. Zo heeft extreemrechts zijn eigen frames en buzzwords gevonden die heel effectief en treffend zijn. De term ‘deuger’, bijvoorbeeld, is steeds ijzersterk ingezet. Als mensen echt rechtvaardig willen zijn, stellen ze ook hun eigen zienswijze(n) ter discussie. ‘Kijk, wij hebben tenminste wel kritiek op onze eigen politici,’ zeggen ze dan trots. Terwijl ze precies doen wat er door hun opponenten van hen verwacht wordt. Ze beperken hun eigen invloed en geven het debat uit handen. Zo zijn er nogal wat mensen not done in hun ogen, die zullen ze nooit versterken, want daar willen ze niet mee geassocieerd worden. ‘Ik ben het nooit met hem eens, maar…’ Je kent het wel. Hun eigen imago gaat boven alles. Je moet je nooit verlagen tot het niveau van de ander. Erboven staan. De andere wang toekeren. Toeschietelijk zijn en vooral niet uit je slof schieten. In keurige bewoording jezelf af laten drogen en het strijdtoneel de rug toekeren. Met opgeheven hoofd. Zelfs woorden als ‘deuger’ of ‘linksmens’ kon mensen weer terug in hun hok laten kruipen.

Het is een te ver doorgeslagen interpretatie van beschaving. Als het netjes klinkt, is het beschaafd. Maar beschaving is niet per se keurig. Voor beschaving moet je soms knokken en niet met je koektrommeltje naar de bully lopen in de hoop dat hij jou over zal slaan. Als het een straatgevecht is, moet je bereid zijn te knokken. Bijt van je af. Smeed allianties. En ga niet zitten heulen met de vijand omdat je iedereen te vriend wil houden. Politiek is strijd en wie niet strijdt, kan zomaar de beschaving verliezen. Timmermans lijkt dat te hebben begrepen. Hij is nog zoekend, maar hij wordt er steeds sterker in. Hij heeft echter wel een grote handicap. Zijn achterban. Want moet hij zich nou wel tot dat niveau verlagen? Is beledigen wel de manier? Ze moeten er nog aan wennen, blijkbaar.

Als Timmermans sterk genoeg is om zijn eigen achterban te weerstaan en bereid is zichzelf in dat proces eventueel te offeren, kan hij het van Wilders winnen. Zo’n lange formatieperiode biedt een enorme window of opportunity om het tegenoffensief in te zetten. Wilders moet formeren, dat is een zwakke plek waar je hem best op mag raken. Dat zou hij zelf ook doen. Politiek is framing. Maak gebruik van zijn eigen spelregels.

Tijdens de formatie is Wilders toch een beetje de premier van alle Nederlanders. Mocht het daadwerkelijk tot een kabinet Minions I komen, dan zal Wilders  – ook al wordt hij het zelf niet – altijd de inofficiële premier zijn. Dat vraagt van hem een groot offer. Hij zal zelf gebonden zijn aan fatsoen. En deugen. De boodschap van zijn kiezers is duidelijk: een aanzienlijk deel van hen stemde niet op Wilders, maar op Milders. Iemand die zich kan inhouden en die zijn radicale ideeën overboord zal gooien. Hij zal zich op de inhoud moeten toeleggen en is als kabinetslid in het defensief. Hij heeft coalitiepartners waar hij rekening mee moet houden. Dat is volledig buiten zijn comfortzone. Hij kan het ook niet. En dan zit hij ook nog eens opgescheept met een club volkomen incapabele PVV-Kamerleden waar hij constant op zal moeten letten.

Wilders staat in een zeer kwetsbare positie. Van der Plas ook en die heeft meer te verliezen dan Wilders, want de laatste is het alleen om zijn eigen zetel in de Kamer te doen. Het is nu of nooit. Zo’n politiek van framing verliest vanzelf ook weer zijn kracht, ieder wapen wordt op den duur bot. Dan gaat het hopelijk vanzelf – of met een beetje hulp – weer om de inhoud. Om de beschaving te beschermen, zal je soms eens onbeschaafd moeten zijn. Minions. Het is een blijvertje.

Deel op:

De VVD is geen gematigde partij. De VVD is antiliberaal en extreemrechts, het is tijd dat te benoemen.

De surveillancestaat

Bij ons om de hoek staat inmiddels al twee maanden een grote paal met bewakingscamera, afgebakend met schotten. Onlangs is er (tot tweemaal toe) een aanslag gepleegd op een woning. De woning is door de gemeente tijdelijk ‘gesloten’ (ofwel: de bewoner moet er tijdelijk uit) en met de camera – die de hele straat in beeld brengt – moet er weer iets van ‘veiligheid’ in de buurt terugkeren. Ik moest het uit de krant vernemen, want een briefje in de brievenbus was blijkbaar teveel moeite en ook is het ons omwonenden niet duidelijk gemaakt tót wanneer die surveillance daar noodzakelijk (of geoorloofd) zou zijn. De surveillance strekt in mijn geval inmiddels tot aan mijn voordeur. Als ik de cameradeurbellen niet meereken, want daarmee kan je gewoon in mijn huis naar binnen kijken en ons nog beluisteren ook.

Waar word je tegenwoordig níet meer in de gaten gehouden? Camera’s overal in de openbare ruimte, niemand die meer precies weet welke gegevens digitaal aan elkaar gekoppeld zijn en welke instanties wat precies over je weten, met welke algoritmes en welke vooroordelen je door geautomatiseerde processen op je integriteit getoetst wordt. Zelfs voor iedere kleine boodschap die je doet of elk ommetje, moet je je ID-kaart op zak hebben.

Vertrouwd met wantrouwen

Een gesprek met jonge mensen, allemaal van de generatie na de aanslagen van 9/11, geeft een schokkende inkijk in het mensbeeld dat daaruit geboren is. Zij groeiden op in die surveillancestaat, ze weten niet beter. Het idee dat er níet overal camera’s zouden hangen, beangstigde hen stuk voor stuk. Niet vanwege angst voor terroristische aanslagen, dat maakten zij helemaal niet mee. Ze konden zich niet voorstellen hoe een samenleving zónder al die maatregelen veilig zou kunnen zijn, omdat mensen niet te vertrouwen zijn. Alle surveillancemaatregelen moeten blijven, omdat ‘iedereen anders maar van alles zou kunnen doen’. Het is goed als de overheid burgers 24/7 kan controleren en doorlichten. Bottomline: medeburgers zijn niet te vertrouwen. Zonder constante monitoring, is anarchie onvermijdelijk, zo is hun inschatting.

De overtuiging dat mensen automatisch zouden vervallen in onwettig gedrag als zij niet constant in de gaten gehouden worden, getuigt van een zeer wantrouwend mensbeeld. En dat is eigenlijk hoe je de ontwikkeling van de Nederlandse cultuur van na 9/11 kunt typeren: wantrouwen is de norm geworden. Niet uit grimmigheid, niet vanwege haatdragende motieven, niet vanuit slinksheid, maar omdat wantrouwen inmiddels eerste natuur is. Continu aanwezige externe controle is noodzakelijk om onze medeburgers op het rechte pad te houden. Ergo: schuldig, nog voordat je iets hebt kúnnen doen.

Dit is het resultaat van 25 jaar extreemrechtse politiek die de samenleving niet alleen hevig verdeeld heeft, maar burgers zodanig tegen elkaar heeft opgestookt, dat wantrouwen geïnternaliseerd is. Maar als burgers elkaar ervan verdenken niet te vertrouwen te zijn, zijn ze dat dan eigenlijk zelf wel? Hebben zij überhaupt sociale regels geïnternaliseerd? Als die externe controle als levensnoodzaak wordt gezien, zijn burgers dan nog wel bereid om het systeem te blijven controleren? Hoe ver mag de overheid eigenlijk gaan voordat burgers nog aan de rem durven te trekken? Is privacy nog een mensenrecht? Hoe zit het met de praesumptio innocentiae, dat is zeker een mensenrecht maar lijkt (althans, buiten de rechtszaal) al niet meer te bestaan: dat eenieder voor onschuldig dient te worden gehouden tot het tegendeel is bewezen. En als we sociale normen niet meer internaliseren, kunnen we dan eigenlijk nog wel van beschaving spreken?

Blind voor mens en recht

Het onlangs verschenen parlementaire rapport Blind voor Mens en Recht, waarin de parlementaire onderzoekscommissie naar het toeslagenschandaal op zoek gaat naar de reden waarom het zo fout heeft kunnen gaan, geeft een schokkende kijk op het Nederland van nu. De commissie wijst niet alleen de verantwoordelijke kabinetten als schuldige aan, maar ook de Tweede Kamer en de media. En burgers, zouden we daar eigenlijk aan toe moeten voegen.

Burgers stemden op die politici, burgers kwamen er niet tegen in protest, grote getalen burgers bleven op die partijen stemmen ook toen al duidelijk was wie ervoor verantwoordelijk waren. Burgers stemden op partijen die ‘systemen optuigden die hen aanvallen’, waarvan niemand weet hoe ze precies werken en wie er op welk moment slachtoffer van kan worden. En tenslotte werden er ook burgers journalist of ambtenaar, of politicus. Het toeslagenschandaal is een aanklacht tegen de staat van onze samenleving. Het gaat over ons allemaal.

‘Meer nog dan de reconstructie van een of meerdere schandalen is dit een zelfzoektocht naar hoe politieke overtuigingen systemen hebben opgetuigd die burgers aanvallen.’

Nog meer tekenend voor de staat van onze samenleving, is het uitblijven van enige echte reactie of shock over de uitkomsten van het rapport. Een ongenadig fraudebeleid dat mensen vermorzelde, onmogelijke boetes, foutjes werden bestraft als fraude en zelfs mensen die helemaal niets verkeerd hebben gedaan werden vermalen door de overheid. Het is inmiddels jaren geleden dat dit bekend werd en het kabinet Rutte III er ontslag voor moest nemen. Van ongeloof onder de bevolking kan geen sprake meer zijn. We spreken er schande van, maar toch wil niemand dat het fraudebeleid linea recta wordt geschrapt. Waar rook is, is vuur, zo is bij velen de gedachte. Dat is ook de reden waarom uithuisgeplaatste kinderen nog niet terug zijn bij hun ouders. Er zal wel meer spelen. De overheid doet dat niet zomaar. Schuldig, ondanks bewezen onschuld. Wind er geen doekjes om: velen hebben dezelfde onderbuik als Henk Kamp.


Kop De Groene Amsterdammer (klik voor het artikel)


Van kwaad tot erger

Het verraderlijke addertje onder het gras is natuurlijk dat burgers altijd denken dat de ander niet te vertrouwen is. Zijzelf zullen nooit ten prooi vallen aan oneerlijk overheidsbeleid. Maar waar discriminatie eenmaal de norm is, verschuift die vroeg of laat ook van de ene naar de andere bevolkingsgroep. Dat zag je bij de toeslagenaffaire, dat zie je aan de surveillance, dat zie je aan alle controlemechanismen waar de overheid inmiddels over beschikt. En hóe we gecontroleerd worden, het is een black box waar niemand vat op heeft. Vorige week werd bekend dat ook bij DUO discriminerende algoritmen werden gebruikt. ‘Indirect’ natuurlijk: ‘Ik dacht gewoon: ik pak je,’ zei oud-handhaver Helma over Marokkaanse studenten die ze verdacht van frauderen. Maar minister Dijkgraaf noemde het indirecte discriminatie, dus is het indirect. Maar niet echt natuurlijk. ‘Ze zullen het er wel naar gemaakt hebben’. Velen hebben namelijk dezelfde onderbuik als Helma.

Die onderbuik van Henk en Helma, die blijken die geautomatiseerde controlesystem van de overheid dus ook te hebben. En ze houden ons constant in de gaten. We worden stiekem geprofileerd, hoewel dat volgens het Europese Hof niet mag. Het politieke klimaat van de afgelopen 25 jaar heeft ons naar dit punt geleid waarop we alles accepteren, zolang de overheid ons maar continu monitort. Het rapport Blind voor Mens en Recht legt terecht de zere vinger op de invloed van Geert Wilders en zijn PVV op het politieke landschap. Maar het is niet Wilders alleen. De PVV gaf gedoogsteun aan kabinet Rutte I dat het ongenadige fraudebeleid introduceerde, maar het waren andere politieke partijen die het bleven doorvoeren en uitvoeren. CDA en VVD. En daar moeten we het over hebben.

Ons onderzoek toont aan dat we … moeten stoppen
AI-fouten te zien als een technologisch probleem. Het is een politiek probleem. Wat moet worden opgelost is niet een technologische bug in het systeem, maar de systemische ongelijkheden die deze systemen in stand houden.

In kabinet Rutte II was ook de PvdA bij dit beleid betrokken. Met het aftreden van Asscher hebben zij schuld betoond. Het CDA is inmiddels afgestraft door haar achterban, maar de VVD blijft brandschoon. Terwijl de VVD nou juist het grootste probleem van de Nederlandse samenleving is. Het politieke beleid van de VVD heeft niet alleen burgers vermorzeld, maar vervormd. Het heeft de cultuur omgevormd van één van vertrouwen, naar diep wantrouwen. Waarom we het daar nu echt over moeten hebben? De samenleving is geradicaliseerd onder het politieke beleid van de VVD. Dat is juist nú belangrijk, omdat we steeds meer in de greep raken van artificial intelligence. Geautomatiseerde discriminatie. En dat levert echt grote gevaren op, voor iedereen.

Wie is er nog verantwoordelijk als je kunstmatige intelligentie de schuld kan geven? Wie kan het ontrafelen? Wie is er dan nog verantwoordelijk voor beleid? En wie zegt dat jij zelf niet op een dag in zo’n algoritme verstrikt raakt? We moeten het nú over de VVD hebben, omdat we in een situatie zijn geraakt waarin burgers beschermd moeten worden voor de overheid, maar zich daartoe nergens kunnen wenden. We moeten het er nú over hebben, omdat de VVD niet stopt met radicaliseren, totdat de samenleving er een halt toe roept.

Waarom de VVD geen gematigde partij (meer) is

Het zou een artikel op zich opleveren om in kaart te brengen hoe vaak VVD ministers besluiten van de rechter naast zich neer hebben gelegd, of de wet hebben overtreden zonder er bij te blikken of te blozen. Deze week nog, besloten VVD minister Yeşilgöz (J&V) en VVD staatssecretaris Van der Burg vast te houden aan een omstreden aanpak voor ‘overlastgevende asielzoekers’, hoewel de politie het niet wilde uitvoeren uit angst voor etnische profilering en de rechter oordeelde dat er onvoldoende wettelijke grondslag voor bestond. Na kritische berichtgeving in de media zag Van der Burg er dan toch van af, maar de intenties van deze bewindspersonen zijn duidelijk.

De VVD wilde een gezinsherenigingsstop die door het ministerie J&V werd afgeraden en waar de rechter uiteindelijk een stokje voor heeft moeten steken. De VVD liet kabinet Rutte IV vallen op leugens over ‘nareis op nareis op nareis’ van migranten. De VVD voerde campagne met leugens over migratie. Het veroorzaakte een opvangcrisis, waardoor vluchtelingen in Ter Apel op stoelen moesten slapen of in de buitenlucht. Zoveel had de VVD ervoor over om vluchtelingen tot zondebok te maken. Dat niemand zich ooit heeft afgevraagd hoe het in hemelsnaam mogelijk is dat Nederland niet eens een paar tenten kan verstrekken, is een raadsel.

De voorbeelden zijn te talrijk. De reactie van Rutte, van Henk Kamp en van de hele VVD op het rapport Blind voor Mens en Recht is echter voldoende illustratief. Ze zagen er niets verkeerds in, ze zouden het zo weer doen en verder viel er een oorverdovende stilte. Burgers hebben zichzelf gedood om wat hen is aangedaan, kinderen werden uit huis geplaatst, de problemen zijn niet opgelost, mensenlevens zijn vermangeld, kinderen kregen een oneerlijke start, hen werd liefde, steun en een toekomst ontzegt. De VVD zwijgt. Intussen draaien de algoritmes door. Daar valt geen gematigdheid aan te ontdekken. Het is extreem. In alle opzichten.

De VVD houdt de PVV in toom

Al jaren wordt vergoelijkend beweerd dat Rutte steeds meer denkbeelden en retoriek van Wilders overneemt, om die laatste ‘op afstand te houden’, of zo de PVV in te kapselen. Alsof het een nobele daad is, in het belang van de samenleving. Maar Wilders is een product van de VVD, niet andersom. Hij werd politiek geschoold door Bolkestein. Rita Verdonk was van de VVD. Henk Kamp was ook in de tijd dat Wilders bij de VVD zat al aan de rechtser-dan-rechtse vleugel van de VVD. Rutte zelf was ook een van Bolkesteins tovenaarsleerlingen.

Dat Rutte steeds rechtser werd, was niet vanwege nobele motieven, maar vanuit overtuiging en partijpolitiek binnen de VVD. Als staatssecretaris zette hij aan tot rassendiscriminatie, zo oordeelde de rechtbank. Al dat extreemrechtse gedachtengoed, zit diep in de gelederen van die partij. Al sinds Bolkestein. Wilders maakte zichzelf onmogelijk, maar die had het anders misschien ook wel tot het partijleiderschap geschopt. De VVD is zo ver opgeschoven naar Wilders, dat er nauwelijks nog verschil zit tussen beide partijen. Het duidelijkste verschil is dat de VVD nog altijd als een nette partij gezien wordt, terwijl de PVV de verwerpelijke reputatie behoudt. Bij het informatiedebat van 14 februari jl. bracht Esther Ouwehand (PvDD) onder woorden wat we allemaal onder ogen moeten zien: De rechtsstaat was onder Rutte al niet veilig. Zijn opvolger Yeşilgöz wil nog veel minder rekenschap afleggen.

Wilders is een product van de VVD

De overstap van kiezers van de VVD naar de PVV was slechts een kleine: het antimigranten sentiment was voor hen voorheen juist – tezamen met de hypotheekrenteaftrek – een belangrijke reden om VVD te stemmen. Bij Wilders is het vooralsnog retoriek, de VVD doet het gewoon, al jaren. De VVD is niet veel minder radicaal dan de PVV en ook de VVD heeft plannen in het verkiezingsprogramma staan die niet voldoen aan de minimumeisen voor rechtsstatelijkheid. Yeşilgöz en Hermans hebben de aanval ingezet op de vrije meningsuiting en het demonstratierecht. Dat is zo antiliberaal als maar kan. Zolang de VVD nog als nette partij wordt aangeduid en het acceptabel blijft om op die partij te stemmen, blijft Nederland een extreemrechts land. Een land waar wantrouwen de norm is, waar burgers vermangeld zullen blijven worden, waar we met leugens, list en bedrog worden geregeerd. Verdeel en heers. Dat is de VVD.

Jonge mensen zijn opgegroeid in zo’n samenleving. Wantrouwen is onderdeel van hun DNA. Zij zijn de leiders van de toekomst, de agenten, de advocaten, rechters, politici, ambtenaren en burgers. Gewapend met AI, dus niet verantwoordelijk en zonder geïnternaliseerde positieve normen (ofwel: gewetenloos), maar opgegroeid met normalisering van discriminatie, racisme, xenofobie, moslimhaat en onaantastbare macht, doet dat je voor de toekomst vrezen. Als je de meetlat langs onze grondwettelijke mensenrechten legt, is er geen enkele objectieve maat waarmee je de VVD nog gematigd kunt noemen.

Populism of fear
David Altheide

Fear begins with things we fear, but over time, with enough repetition and expanded use, it becomes a way of looking at life.

De VVD is antiliberaal en extreemrechts. Het is een politiek taboe om dat niet uit te mogen spreken. Niet de definities zijn niet meer toereikend, maar ons gedrag en denkbeelden. Wíj passen er niet meer in. Omdat we blind zijn geworden voor mens en recht. Omdat de norm zo ver is opgeschoven, dat we er allemaal (ook al is het deels) in zijn gaan geloven. Fabels zijn feiten geworden. Omdat we te vertrouwd zijn geraakt met wantrouwen. En omdat we te laf zijn om ons uit te spreken, omdat de agressie die er op volgt niet mals is. Maak gebruik van de vrije meningsuiting zolang die er is. Dat is nú nodig, want nu is het nog mogelijk om mensen verantwoordelijk te houden. Onze grondwettelijke mensenrechten zouden onze sociale normen moeten vormen, niet de politieke werkelijkheid. Het zou een sociale norm moeten zijn om je uit te spreken tegen partijen die onze mensenrechten schenden. Want als we dat niet meer doen, kunnen we dan nog wel van beschaving spreken?

NB: Dit stuk begin ik met een gesprek en neem dat als illustratie van ontwikkelingen in de samenleving. Dat is een methode die een antropoloog kan gebruiken, om een probleem met behulp van casuïstiek of een voorbeeld aan te kaarten. Het gaat echter om een bredere ontwikkeling die ik waarneem, niet slechts om deze casus. Het is een methode, geen ‘anekdotisch bewijs’.

Deel op:

De lispelcampagne tegen Pieter Omtzigt

Gewaagd zou je het kunnen noemen, dat de nieuwskanalen van de T. – en ook Geen Stijl – gezamenlijk een lispelcampagne tegen Pieter Omtzigt begonnen. En dat slechts twee dagen nadat in het AD vernietigende getuigenissen werden gedaan over het schrikbewind bij Omroep WNL. Waaronder ook getuigenissen van medewerkers die toegeven dat zij propaganda moesten maken voor de VVD (en CDA). Je zou het, in dat licht, schaamteloos kunnen noemen. Of wanstaltig. Maar misschien dekt ‘negatieve propaganda’ de intentie beter. Nu even geen propaganda vóór de VVD, maar tegen Pieter Omtzigt. Wat uiteindelijk toch weer propaganda vóór de VVD is. Blijkbaar is niemand bij Mediahuis, waar De Telegraaf en WNL toe behoren, geschrokken van het vernietigende rapport.

Omtzigt moet aan de kant

Het begon met de Telegraafpodcast van Pim Sedee en Wouter de Winther, waarin de laatste ‘schokkende’ onthullingen deed over het karakter van Omtzigt: die zou bij de informatiegesprekken huilbuien hebben gehad, zijn weggelopen, het zou ‘werkelijk gruwelijk’ geweest zijn aan die tafel. Heel (extreem)rechts Nederland bepleisterde vervolgens al schuimbekkend Twitter vol met anti-Omtzigt tweets en blogs. De inzet: Omtzigt moet het veld ruimen.

Bij RTL talkshow Renze mocht De Winther op zondagavond zijn campagne voortzetten: met televisierecensente Angela de Jong als politiek duider aan zijn zijde ontvouwde De Winther zijn plan waarmee NSC zich van Omtzigt kan ontdoen. Niet helemaal natuurlijk, want als Kamerlid is hij toch fantastisch, maar wel voor de kabinetsonderhandelingen. Aan de talkshowtafel knikten alle koppies instemmend. Omtzigt is niet geschikt als partijleider luidde het oordeel, want hij wil niet regeren met Wilders. Althans, dát zeiden ze niet, maar dat is wel wat ze bedoelden.

Formeren is ook politiek

Omdat Omtzigt niet met Wilders wil regeren, is de formatie in een impasse gekomen. Het is allemaal een beetje lastig, want een principiële keuze tegen de PVV heeft hij niet gemaakt: een kabinet PVV/VVD/BBB wil hij wel gedogen. Het lijkt voor (extreem)rechts moeilijk te volgen. Als Omtzigt geen principieel bezwaar heeft tegen een kabinet waar de PVV deel van uitmaakt, dan moet hij meedoen. Moet. Maar formeren is gewoon politiek. De rol van Omtzigt is ook een politiek spel, zou je denken. Overigens, Yeşilgöz begon ermee. Op de eerste dag dat de partijen samen zouden komen voor de kabinetsformatie, op 24 november 2023, zette de VVD-leider de formatie al op scherp door via de pers snel te laten weten dat de VVD niet in een kabinet zou stappen. Zij verzekerde de gedoogrol voor zichzelf en zette Omtzigt daarmee schaak. Dat was – in strategisch opzicht – toch een meesterlijke zet. De grootste fout van Omtzigt, is dat hij niet direct liet weten zich niet in deze rol te laten duwen. En zichzelf er daarna ook niet meer uit wist te trekken.

“Die ochtend kregen wij, en alle redacties, een appje van de voorlichting van de VVD of we op een bepaalde plek, bovenaan de roltrap van het Kamergebouw wilden staan, want daar zou Dilan Yesilgöz komen en die had een mededeling voor ons.”
Arjan Noorlander (zie video)

Omtzigt wordt al 3 maanden gemangeld

Op Twitter is niet Wilders en ook niet Yeşilgöz – maar Omtzigt al sinds de start van de kabinetsformatie dagelijks trending topic. De druk op hem is al 3 maanden niet aflatend. Dat zoveel druk tot implosies en exploderende woede kunnen leiden, het is allerminst vreemd. Bovendien, Yeşilgöz stond ook om niets met tranen in haar ogen en intimideerde daarnaast ook nog een columniste, Van der Plas vloog het hele emotionele spectrum over met intimidaties, woede, steun voor terreurboeren en tot overmaat van ramp droeg ze in het parlementsgebouw haar shirt ook nog eens binnenstebuiten. De stress kwam iedereen, behalve bij Wilders, zichtbaar uit de oren.

Geruststellend, zou je dat kunnen noemen. Je wil toch graag dat politici menselijk zijn en zich verdrietig kunnen voelen, empathisch, boos of teleurgesteld. Anders eindig je met een keiharde en nietsontziende overheid, waar we al hard naar op weg zijn trouwens. In politiek Den Haag zijn de zachte stemmen nu al bijna niet meer te vinden. Wie zich staande wil kunnen houden in Den Haag, moet kei- en keihard zijn. Anders heb je zo een lispelcampagne aan je broek, of de brandende fakkels aan je voordeur. Maar goed, over die tranen en woedeaanvallen kan je verder ook gewoon je schouders ophalen, Omtzigt was niet de enige.

Met zulke vrienden…

Maar waarom dan dat vuige gelispel over Omtzigt? Blijkbaar zit er ruimte tussen een aantal leden van NSC en Omtzigt om in te wroeten. De partij splijten als ultieme laatste poging om een kabinet met PVV mogelijk te maken, dat lijkt het doel. Als NSC echt niet aanschuift namelijk, dan moet Yeşilgöz echt met de billen bloot. En zo blijkt de lispelcampagne tegen Omtzigt toch weer propaganda voor de VVD te zijn. Zei Rutte bij het partijcongres nog dat het altijd weer lukt om de gelederen te sluiten ‘want zo zijn we bij de VVD’, de strijd tussen de uiterste vleugels is er niet mee beslecht.

Neemt Yeşilgöz de VVD definitief mee het extreemrechtse pad op, of blijft ze meer bij het centrum? Houdt ze haar partij bij elkaar? Blijft ze zelf dan nog partijleider? Ze zit in moeilijk vaarwater en dat is van haar gezicht af te lezen. De gemaakte glimlach wordt met de dag venijniger. Yeşilgöz staat schaakmat. Regeren met Timmermans wilde ze per se niet, een kabinet met Wilders gedogen kan niet en dus is er geen uitweg meer mogelijk: ze moet kiezen. Tenzij NSC nog snel aan boord komt. En als dat niet lukt, dan is het ook in het voordeel van de VVD als die partij een stuk minder stemmen krijgt mocht het tot nieuwe verkiezingen komen. Dan kan Yeşilgöz netjes weer de PVV uitsluiten, iets groter worden dan ze nu is en een betere onderhandelingspositie voor de VVD bewerkstelligen. Een strategisch spelletje, want formeren is ook politiek. Alleen, Omtzigt wint. Als het hem lukt om de ruimte die binnen NSC zit dicht te purren, tenminste.

Lispelen is niet erg als een onbewust verkeerd gebruik van de tong de oorzaak zou zijn. Helaas, beste NSC leden, gaat lispelen vaak gepaard met duimzuigen. Voor (extreem)rechts valt er heel wat te verliezen. Dit lijkt de laatste kans om nog tot een kabinet met Wilders te komen. Dat is in hun belang, zodat ze ineens weer aan kunnen schuiven bij de mainstream. Hun lot ligt in jullie handen. Misschien is het goed om te kijken van welke kant van het politieke spectrum de steun voor Omtzigt tijdens deze lispelcampagne komt. Spoiler: die komt van ‘links’. Dan kan je wel over rechts willen omdat de macht lonkt, maar als dit je vrienden moeten zijn …

Deel op:
Nederland zit muurvast in radicalisme: Hoe Yeşilgöz het land in extreemrechtse richting duwt

Nederland zit muurvast in radicalisme: Hoe Yeşilgöz het land in extreemrechtse richting duwt

Yeşilgöz lijkt radicaler dan Wilders. Bij haar zit niets in de ijskast. Nederland is in de ban van onderling concurrerende ‘sterke leiders’, die ons in een neerwaartse spiraal duwen. Deze leiders versterken elkaars radicalisme. Op dat strijdtoneel ontpopt Yeşilgöz tot de drijvende kracht richting rechts-extremisme.

In het FD pleitte Ulko Jonker daags na de verkiezingen (2023) ervoor de ‘Wilders revolte gewoon even de kans te geven’. Hij herinnerde ons aan de woorden van VVD’er Carel Polak, die in 1968 stelde dat ‘de democratie niet een staatsvorm is voor bange mensen … die voor elke politieke beweging of verandering angstig zijn’.

Het idee dat ‘het Nederlandse politieke bestel best een stootje kan velen’ is de dominante visie geworden. Mark Rutte heeft zo vaak geroepen dat hij niet de baas is, dat we er blijkbaar van overtuigd zijn geraakt dat de premier slechts een regisseur van het politieke proces is – ingebed in de institutionele infrastructuur, en de invloed van de individuele politicus weinig meetelt. Zelfs als premier zou Wilders daarom geen grote problemen opleveren.

‘As a professor, I tended to think of history as run by impersonal forces. But when you see it in practice, you see the difference personalities make’

Sterke leiders

Beweren dat het individu er niet toe doet, is de geschiedenis ontkennen. De rol van individuen was bepalend voor de uitkomst van historische gebeurtenissen. Napoleon, Lenin, Mao, Khomeini, Saddam Hoessein, Khadafi, de lijst met ‘Grote Mannen’ of ‘Sterke Leiders’ is lang. Ze hadden niet alleen een bepalende invloed op hun eigen staten, maar op de hele wereld, die in reactie op hún beleid het eigen beleid aanpaste. De Duitse historicus Sebastian Haffner betoogde overtuigend dat de naoorlogse geopolitieke ontwikkelingen ontegenzeggelijk het resultaat zijn van Hitlers handelen, al was het wel in een richting die Hitler juist níet wilde. De Europese Unie, het einde van het (oude) kolonialisme, internationale allianties, ze kwamen allemaal voort uit het verlangen om een veiliger Europa te creëren.

Ook in de tegenwoordige tijd zien we dat individuen, zelfs vele duizenden kilometers verderop, directe impact hebben op ons. Poetins geschiedenispolitiek is goed aangeslagen bij de Russische bevolking. De Russische oorlog tegen Oekraïne en de steun van die bevolking voor een Groot Rusland vormt een bedreiging voor de hele wereld, in economisch en in militair opzicht. Presidentskandidaat Trump veroorzaakte met een verkiezingspraatje onlangs grote commotie onder de leiders van de NAVO landen, die zich op slag gingen beraden op hun defensiebudgetten en de afhankelijkheid van de Verenigde Staten.

In een parlementaire democratie is de macht van de individuele politicus misschien veel kleiner dan in dictatoriale en autocratische regimes, maar ook in een democratie als de onze heeft de premier veel vrijheid om het beleid in zijn richting te duwen. ‘Ik ben niet de baas,’ zei premier Rutte, terwijl hij intussen stevig zijn persoonlijke stempel op het beleid van zijn kabinetten drukte. Onder het leiderschap van Rutte, dat wordt inmiddels breed erkend, heeft Nederland een ruk naar rechts gemaakt. Zo ver naar rechts zelfs, dat zeker een derde van het electoraat aan extreemrechtse zijde is beland.

Rechtsextremisme is een bedreiging

De AIVD alarmeert dat rechtsextremisme steeds meer een bedreiging voor de democratische rechtsstaat vormt. In de documentaire die Viceland over Geert Wilders maakte, signaleert historicus Rutger Bregman dat niet alleen Wilders is geradicaliseerd, maar dat wij allemaal met hem mee radicaliseren. Bregman heeft een punt: Waren Wilders’ harde uitspraken over moslims en migranten een paar jaar geleden nog uitermate schokkend, ze zijn in korte tijd bijna volledig genormaliseerd. De politieke correctheid is op de tegenovergestelde as terechtgekomen. Salonfähig, noemen we het verhullend.

Radicaal gedachtengoed is mainstream geworden. Zo ver kan de invloed van de individuele politicus in die weerbare democratie van Nederland dus strekken. Dat is zorgwekkend, want Wilders is niet veranderd, zei hij tegen de Telegraaf. Zijn toon is misschien wat milder, maar zijn gedachtengoed is nog altijd dezelfde. Zijn bewondering voor Poetin steekt hij niet onder stoelen of banken. Hij is een fervent tegenstander van steun aan Oekraïne. Hij heeft de enige beslissende stem in zijn partij, waardoor hij hoogstpersoonlijk 37 zetels in de Tweede Kamer bezet. Dat is niet slechts een beetje macht.

Het is dringen op extreemrechts

Op social media platform X zien we Wilders de afgelopen week voortdurend uithalen naar migranten. Hij heeft zijn ijskast wagenwijd opengezet en lijkt die in een keer helemaal leeg te willen schrokken. Hij zet zijn extremisme iedere dag een tandje bij. Hij zal wel moeten, want Mona Keijzer (BBB) en Dilan Yeşilgöz (VVD) dreigen hem aan de extreemrechtse kant in te halen. Wilders beschermt zijn electoraat. Dat is wat hem drijft. Hij loert al vijfentwintig jaar op niets anders. Die extreemrechtse kiezers zijn van hem. Om hen aan zich te blijven binden, moet hij – met zoveel kapers op de kust – steeds radicaler worden. En daar zit ‘m het gevaar van Wilders. Hij kan er niet mee stoppen.

In zijn tijd bij de VVD speelde Wilders slinkse spelletjes met zijn toenmalige partijleiders die hij (tweemaal zelfs) vlak voor verkiezingen aan het wankelen bracht. Hij veroorzaakte een diplomatieke crisis met zijn film Fitna. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het in de toekomst niet weer zal gebeuren. Een normale partij zal hem nooit meer willen, dus moet hij vasthouden aan de PVV. Zonder xenofobie en moslimhaat heeft die partij niets om met andere partijen te concurreren, het zal zich daar dan ook op blijven profileren.

Eens je het pad van radicalisme bent op getogen, is er geen terugkeer meer mogelijk. Dat geldt voor Wilders en voor zijn PVV, voor BBB, voor de VVD, maar ook voor de rest van Nederland. De huidige Nederlandse economie heeft arbeidsmigranten nodig, de werkelijke vraag is of en hoe dat anders kan. Zolang die eerlijke discussie niet gevoerd wordt, blijven migranten komen. Met hun retoriek staan PVV, BBB en VVD een eerlijk migratiedebat in de weg. Hun radicalisme veroorzaakt een vicieuze cirkel, die maar moeilijk te doorbreken is.

De persoonlijkheid van de leider doet er alles toe

We kennen Wilders’ hang naar radicalisme, we kennen zijn wispelturigheid en we kennen zijn bewondering voor Poetin. Een dienende rol in een kabinet past niet bij zijn persoonlijkheid. Hij krijgt met zo’n rol niet alleen de macht in handen om in Nederland een politieke chaos te creëren, maar ook een maatschappelijke. Het idee dat het individu er in de politiek niet toe doet, is gebaseerd op politicologische theorie. De werkelijkheid vertelt ons anders.

Nu Poetin aan de poorten van Europa klopt is het niet de tijd om te experimenteren met een nieuwe kabinetsvorm, die onherroepelijk zal leiden tot een herschepping van macht. Met een partij als de PVV moet, zeker met de Russische oorlog tegen Oekraïne, niet onderhandeld worden over het landsbestuur. Niet zijn wetsvoorstellen, maar Wilders zelf (inclusief gedachtengoed) moet in de ijskast. Dan kan Nederland zich eindelijk ook op een realistische manier over het migratievraagstuk buigen. Zonder pardon een cordon sanitaire dus. Gevolgd door een cordon mediatique.

De tirannie van Yeşilgöz

Screenshot van Yeşilgöz tijdens het
informatiedebat van 14 februari 2024

Helaas zal het niet stoppen bij Wilders. Het balletje is nu eenmaal gaan rollen. Nederland is in de ban geraakt van onderling concurrerende ‘sterke leiders’, die ons al in een neerwaartse spiraal van radicalisme hebben gebracht. Sinds de verkiezingen richten de nieuwsmedia hun pijlen vooral op de persoonlijkheid van Pieter Omtzigt en de kinderziektes binnen zijn nieuwe partij (NSC). Yeşilgöz ontspringt de dans. Onbegrijpelijk, aangezien zij radicaler lijkt te zijn dan Wilders, en niet alleen in woord. Als Minister van Justitie brengt zij het al regelmatig in de praktijk. Om Wilders voor te zijn zet ze – in navolging van haar voorganger Rutte – steeds een stap verder naar extreemrechts.

Yeşilgöz heeft een bepalende invloed op de koers van de VVD en daarmee op de koers van het land. Haar persoonlijkheid buiten beschouwing laten, zou naïef zijn. Wilders staat voor de witte Nederlander, Van der Plas staat voor de ‘gewone Nederlander’, Omtzigt is de anti-Rutte. De Tweede Kamerverkiezingen draaiden volledig om hún persoonlijkheden. En Dilan – I am the law – Yeşilgöz? De pers lijkt in haar façade van nietszeggende modepop te trappen. Intussen timmert ze behoorlijk aan de weg om Nederlands meest tirannieke leider* van de naoorlogse tijd te worden. Nietsontziend. Haar denkbeelden zijn radicaal extreemrechts. Bij haar zit niets in de ijskast. En niemand let op haar.

Yeşilgöz lijkt radicaler dan Wilders. Bij haar zit niets in de ijskast. Op het strijdtoneel om het landsbestuur ontpopt Yeşilgöz zich tot de drijvende kracht richting rechts-extremisme. Plaats op x

* ¹ ² ³

Deel op:

Wilders houdt helemaal niet van Nederland. Hij haat ons, ten diepste.

De strijd van Wilders kent geen einddoel. Hij wil alleen winnen. Maar van wie? Van de islam? Of van ons?

Screenshot van Geert Wilders in de documentaire van Viceland

Iedere strijd kent een beoogd eindpunt. Zonder eindpunt immers, is strijd zinloos. Het eindpunt is bij Wilders een groot vraagteken. Wat wil hij bereiken? ‘Nederland weer aan de Nederlanders teruggeven’, maar hoe ziet dat eruit? Hij strijdt voor vrijheid, maar de vrijheid van wie? En wat precies is die vrijheid? Het zijn allemaal hele vage uitspraken, dus wat hij nou precies bedoelt is – zou je denken – een hele belangrijke vraag voor de man die 37 zetels in het parlement bezet en graag premier wil worden.

Wil hij Nederlandse moslims nou door snoeiharde kritiek en haat inspireren om niet meer in hun god te geloven? Van buitenaf emanciperen dus? Niet met aantrekkelijke argumenten van lonkende vrijheid, maar bruut aanvallen, aanvallen en blijven aanvallen totdat ze niet meer durven te geloven? Wil hij ze met intimidatie tot atheïsme brengen? Het er verbaal uit rammen, of zoiets? Of is zijn strijd groter dan dat, of zelfs groots te noemen? In het formatiedebat van vorige week zei hij de wereld te willen bevrijden van de islam. Hoe gaan wij dat namens hem doen? Met ons 17,5 miljoenen oorlog voeren tegen 1,6 miljard moslims? Worden het kruistochten? Moet er een bom op om die landen te bevrijden van de islam? Wat wil hij?

Ach, hij zal het allemaal vast niet zo bedoelen. Maar wat bedoelt hij dan wel? Wat is zijn strijd en waar eindigt die? Dat laatste is wel de belangrijkste vraag. Als een strijd geen duidelijk (eind)doel heeft, is het een strijd om de strijd. En dat lijkt bij Wilders het geval. Zijn strijd tegen de islam is een diepe persoonlijke behoefte. Hij laat zich door niets of niemand stoppen, zegt hij herhaaldelijk. Hij strijdt om de strijd. Omdat het hem macht geeft. Een electoraat. Omdat hij wil winnen.

Wilders heeft geen persoonlijkheid

Wilders – de jongste van een gezin met twee dochters en twee zoons – was een lastig kind en een lastige puber, naar eigen zeggen. Hij maakte het zijn ouders flink moeilijk en toch werd hij te veel verwend. Hij deed HAVO en haalde wat modules bij de Open Universiteit, maar echt ambitieus was hij niet. Hij hield zich bezig met bier drinken en vrouwen, over andere hobby’s spreekt hij niet. Als 17- of 18-jarige wilde hij een reis maken naar Australië, maar hij redde het niet met zijn spaargeld en belandde uiteindelijk in Israël, waar hij bijna een jaar verbleef. Hij maakte wat reizen naar Islamitische landen en was in Israël getuige van bombardementen, waar hij regelmatig voor moest schuilen. Hij zou daar zijn kritische houding ten opzichte van de islam hebben opgedaan.

Terug in Nederland ging hij bij de Sociale Verzekeringsraad werken en solliciteerde met die ervaringen en een dossier met misstanden naar een politieke functie bij de VVD. Hij begon bij de VVD een jacht naar fraude met (WAO) uitkeringen. Zoals bekend werd hij een leerjongen van Frits Bolkestein en werd flink beïnvloed door diens extreemrechtse ideeën. De (ongeautoriseerde) biografie van Wilders geeft een schokkende kijk op zijn politieke loopbaan bij die partij. Het ene intrige op het andere volgt. Hij is jaloers op werkelijk iedereen: Dijkstal, Van Aartsen, Ayaan Hirsi Ali, Verdonk, Rutte, en buiten die partij ook op Fortuyn, er komt geen einde aan de lijst. Vlak voor de verkiezingen van 2002 probeerde hij Dijkstal onderuit te halen omdat hij vond dat de toenmalige partijleider niet rechts genoeg was. Datzelfde deed hij bij Van Aartsen, toen die partijleider was. Hij stak de VVD meermaals een mes in de rug, hij deinsde er niet voor terug om een internationale crisis te veroorzaken en voor Nederlanders in het buitenland een onveilige situatie te creëren door (als volksvertegenwoordiger) de omstreden film Fitna uit te brengen. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat hij dat niet weer zou doen.

Onderstaand fragment geeft een goede inkijk in Wilders’ sluwe en volkomen onbetrouwbaarheid. En lees die biografie, geschreven door Fennema en Waling. Lees en herlees, want je kunt het je niet veroorloven níet te weten waar je mee te maken hebt.

Wilders is 24/7 politicus

De eerste twintig jaar van zijn leven was Wilders nou niet bepaald een succes en ook bij de VVD lukte het hem maar niet om verder te komen. Naast zijn werk in de politiek had hij weinig persoonlijk leven en weinig persoonlijke ervaring. Een leeg bestaan, volledig in het teken van politiek. Hij is getrouwd, maar zowel zijn vrouw als hij zijn vooral bezig met hun carrières. Misschien passend in deze moderne tijd, maar je zou ook kunnen zeggen dat het een lichtvaardig weggegooid leven is. Contact met zijn familie heeft hij, vindt hij zelf, te weinig. Zijn familie krijgt te maken met bedreigingen omwille van hem, maar ook dat stopt hem niet. Het gaat allemaal om hem. Om zijn politieke carrière. Hij leeft al twintig jaar een leven in volledige isolatie en ook zijn vrouw is, vanwege hem, datzelfde lot beschoren. Dat vindt hij erg, zegt hij in interviews, maar dat weerhoudt hem er – volgens de biografie ‘Wilders’ van Fennema en Waling – niet van om andere vrouwen voor een one night stand mee naar hun schuilbunkers te nemen.

Opvallend is dat het in zijn leven steeds ontbreekt aan iedere ervaring die normaal gesproken gewicht geeft aan een leven. Ervaringen kleuren je leven en door het contact met andere mensen – door onderlinge verbonden- en verwevenheid – groeit begrip, empathie en besef. Wilders kent dat allemaal niet. Er zit ook geen enkele ontwikkeling in hem. Hij is zeker al 20 jaar precies hetzelfde, zegt iedere dag hetzelfde, houdt al zeker 20 jaar vast aan precies dezelfde standpunten. Er zit geen enkele verjaring in hem. Alsof de volwassenheid maar niet wil komen.

In sociaal en in menselijk opzicht is hij een absolute freak, niet in de beledigende zin van het woord. Iedere poging tot het uitstralen van menselijkheid faalt ook grandioos. Het lukt hem gewoon niet en het slaat bij zijn achterban ook niet aan. Op zijn haattweets krijgt hij makkelijk duizenden likes, ook al zegt hij keer op keer hetzelfde. Als het maar hard en hatelijk is vliegen de likes hem om de oren. Een foto van hem met een kitten in een asiel, het kan niet op veel adoratie rekenen. Het gaat zijn fans niet om hem, maar om wat hij ontketent. Hij is – in hun ogen – hun useful idiot. De harde leider die over alle grenzen heen gaat. Soms is het zelfs een beetje pijnlijk om te aanschouwen hoe weinig zijn persoon en zijn lot hen interesseert.


Een tweet over rellen krijgt 29.000 likes

Een persoonlijke tweet krijgt 1.700 likes


Een populist in hart en nieren

Wat opvalt aan Wilders’ politieke drijfveren, is dat het hem steeds uitsluitend om het electoraat gaat. Waar ziet hij het gat? Waar ziet hij kiezers die hij voor zich kan winnen? Wat kan hij zeggen om ze binnen te hengelen? Hij heeft er geen neus voor, hij maakt er een studie van. Het kan hem niet extreem genoeg zijn, hij zegt wat ze willen horen, zolang hij ze maar voor zich wint. En dát woord lijkt dan ook Wilders’ hele wezen te vatten: het gaat om winnen. Alles. Altijd. Winnen. Was hij eerst nog slechts wat kritisch op de radicale islam, toen Hirsi Ali en Fortuyn hem ten rechter zijde inhaalden, bewoog hij mee. Zijn haat kreeg dáár vorm waar het electoraat te winnen viel.

Hij heeft geen eigen standpunten en geen eigen ideologie. Hij loert op de onvrede die geuit wordt op sociale media en (vroeger) webfora- en blogs. Hij springt gewoon steeds in dat gat en belooft ze de hemel. Mensen horen zijn opzwepende tirades, gevat in hun eigen woorden, want die kopieert hij gewoon. Ze vallen ervoor. Mensen weten helemaal niet waar ze op stemmen, en dat weet Wilders heel goed. Hij zegt dat zelf. Hij vond het in het verleden dan ook niet nodig om een verkiezingsprogramma van meer dan één kantje te schrijven, omdat mensen het toch niet lezen. Ze vallen op die ene tirade bijvoorbeeld, die uit hun eigen mond had kunnen komen. Of op iemand waar ze zich mee kunnen identificeren.

Alle populistenhandboeken, het autocraten playbook, hij verslindt ze blijkbaar allemaal en kopieert er lustig op los. Het gaat hem om het politieke spel, framen, bespelen, binnenhalen, winnen, hoe ver kan hij gaan? Het is niet meer en niet minder dan dat. Wilders’ hele wezen is gericht op politiek.

Arthur J. Finkelstein
Spindoctor

Je wint het publiek niet met creativiteit. Vertel mensen liever wat ze willen horen in een context die de boodschap geloofwaardig maakt.

Een totaal onbekwame PVV, en dat is doelbewust

Dan over de andere PVV’ers. De VVD is reeds lang bijna net zo extreemrechts als de PVV. Toch kozen die mensen voor radicalisme en de sociale isolatie die je ten deel vallen als je je aansluit bij de PVV. Het feit dat zij zó ver gingen en een acceptabele positie in de maatschappij opgaven, wil je iets zeggen over hun karakter. PVV’ers worden nog altijd met de nek aangekeken en ook al is het nu de grootste partij van Nederland, toegeven dat je op de PVV gestemd hebt is ook nog steeds not done. Als zij een echte politieke carrière hadden geambieerd en een respectabele positie in de maatschappij, hadden ze bijvoorbeeld prima bij de VVD kunnen solliciteren.

Wilders heeft al sinds de oprichting problemen gehad om capabele personen voor de PVV te vinden. Telkens blijken ze een dubieuze achtergrond te hebben, of strafbare feiten te hebben gepleegd. Zijn Tweede Kamerfractie is gevuld met eigenaardige soorten en mensen die hij niet eens kent. De NRC, het Parool en RTL Nieuws (‘partij is een soort van sekte’) schreven ontluisterende stukken over de PVV. Geerten Waling noemt de PVV (in de biografie over Wilders) een Hotel California. Je kan ieder moment instappen, maar je komt er nooit meer uit.



Geen capabele politici dus en dat doet hij bewust. Omdat hij geen concurrentie wil. Het maakt hem niet uit, want het is een nepparlement, waar hij en zijn partijgenoten al langer een karikatuur van maken. De Kamer is inmiddels gevuld met complotverspreiders (niet alleen van de PVV trouwens), fascisten, totale onkunde en volslagen mafketels. Joeri Pool kan perfect illustreren – geniet ook vooral van de Hitler-uithalen – wat de Tweede Kamer met de PVV is geworden.

Nu, met Hitleriaanse uithalen
4 jaar geleden nog zonder

Als hij Nederland echt wil redden, als hij zulke grote bedreigingen ziet voor het land, waarom stak hij zijn energie dan niet in het zorgvuldig opbouwen van zijn partij? Nu rijst de vraag: Waarom zou je dit het land waar je zo zielsveel van zou houden, zo’n partij willen aandoen?

Gedreven door rancune

Nederland behandelt Wilders al ruim 20 jaar als outcast. Dat hij daar wrok over moet voelen is zeer plausibel. Hij geeft zijn ziel, zijn zaligheid, de vrijheid van zijn vrouw, van hemzelf, zijn veiligheid, eigenlijk zijn hele leven voor ‘onze’ vrijheid en wij keren ons in grote getalen tegen hem. Je ziet dit ook wel bij vrijheidslegers, of rebellenlegers, hoe je ze ook wil noemen. Hun strijd voor vrijheid of revolutie eindigt vaker wel dan niet in wrede en nietsontziende oorlogsmisdaden tegen gewone burgers, uit rancune en haat omdat het volk hen niet ondersteunt in hun strijd. Het is de reden waarom naoorlogse regeringen vaak amnestie aan deze strijders moeten verlenen, zodat ze weer in de samenleving opgenomen kunnen worden. Anders zou hun strijd eeuwig voort moeten duren. Dat is waar Wilders ook verstrikt in is geraakt.

Het soort vastberadenheid wat we bij Wilders zien, dat hij als volkomen buitenstaander íedere dag bezig is met de islam, dat is abnormaal. Maar het heeft een reden: Bij hem is er geen enkele kans op amnestie, ook al zou hij zijn strijd opgeven. Zijn leven zal altijd – en dat is ontegenzeggelijk cru, laat daar geen misverstand over bestaan – gevaar lopen. Hij zit met zijn strijd tegen de islam opgezadeld, totdat de dood hen scheidt.

Wilders houdt niet van Nederland

Wilders is een zeer haatdragend persoon, dat zien we keer op keer bij debatten, bij zijn persoonlijke strijd tegen individuen (denk aan Sigrid Kaag, bijvoorbeeld). Hoezo zou Wilders van het Nederland houden dat hem al 20 jaar vernedert? Dat hem al 20 jaar niet in bescherming weet te nemen? Dat hem al 20 jaar niet bijstaat in zijn strijd? Het zou tegennatuurlijk – of bovenmenselijk zijn zelfs, om géén rancune te voelen. Het is volkomen ongeloofwaardig dat hij, ondanks alles, zo’n diepe liefde voor Nederland zou voelen. Van zo’n land en zo’n volk houden zou zo diep masochistisch zijn, dat je bij die bewering hele grote vraagtekens zou moeten zetten.

Als een afgewezen man het object van zijn liefde achterna blijft zitten, ondanks afwijzing na afwijzing, meestal staat hij haar het leven dan te na. Een man die zijn geliefde constant bespeelt, die haar na constante afwijzing – keer op keer – obsessief blijft binnenhalen met leugens en bedrog, heeft geen goeds met haar in de zin. Die vrouw is hem niet waard. Als hij haar eenmaal heeft zal hij haar dat laten voelen. Hij zal haar vernederen en kleineren om haar zijn superioriteit te laten voelen. De afgewezen geliefde wil vooral wraak. Al in de mythologie werd dit beschreven. Het verhaal van Apollo en Cassandra bijvoorbeeld, waarschuwt ons ervoor dat zelfs goden gekwetst raken door afwijzing en dat afwijzing zelfs bij goden het soort toorn kan ontketenen dat voor immens lijden kan zorgen.

Een land dat in overgrote meerderheid al zo lang een karikatuur van hem maakt, dat hem niet alleen niet te hulp schiet als hij wordt bedreigd en dat hem niet kan beschermen, maar dat het bovendien koud laat dat zijn leven 24 uur per dag in gevaar is, dat is hem niet waard. Dat hem daarbovenop ridiculiseert en van hém een outcast maakte. Als dat liefde voort moet brengen dan is dat van een dusdanig gekwelde soort, dat je je daar flink ongerust over mag maken.

Wilders kent het huidige Nederland ook niet. Hij bekijkt het van afstand. Hij kent alleen de angst en de onderbuik van een bepaalde groep in de samenleving, wier zwakheden hij minutieus bestudeert om ze daarop steeds aan te spreken en binnen te hengelen. Het gaat hem niet om het grotere belang, want het land heeft geen baat bij een amateuristische partij als de PVV. Die Wilders overigens bewust zo amateuristisch houdt, uit angst dat iemand uit zijn eigen gevolg hem zou kunnen overschaduwen. Zo redeneren autocraten nou eenmaal. Alle concurrentie moet vermeden worden. Hij wéét dat zijn partij het landsbestuur niet aankan, daar heeft hij ze immers zelf op geselecteerd. En toch wil hij dat Nederland aandoen.

Een kat en muisspel?

Waarom zou Wilders zo’n volk niet verraden en in absoluut ongeluk storten als ultieme straf voor alle vernederingen die hij heeft moeten ondergaan? Met alle respect, maar hij is zelf al ten dode opgeschreven. Hij heeft niets te verliezen. En in het bijzonder niet zijn vrijheid. Het is niet zijn haat voor de islam die hem drijft, hij is ertoe veroordeeld. Het is zijn haat voor Nederland, waardoor hij door blijft gaan met zijn strijd. Hij geniet van de weerstand die hij krijgt. Hij geniet van de tweespalt die hij zaait in de politiek, in de VVD, in de samenleving. Hij lijdt, wij lijden. Hij doet het erom. Zijn opruiende tweets zijn niet voor zijn zogenaamd smachtende achterban. Die achterban bestaat uit rasopportunisten die zich dan weer bij hem aansluiten en zich dan weer van hem afkeren, zoals het hen uitkomt, zij zijn geen medestrijders of revolutionairen. Het zijn gewoon angstige, maar vooral haatdragende etters en dat weet Wilders best. Niets om te koesteren. Ze zijn zíjn useful idiots, Wilders’ gewillige beulen (pun intended), die de samenleving en het sociale weefsel vezel voor vezel slopen. En Wilders geniet van iedere seconde.

Wilders is 24/7 politicus. Je kan met hem niet over romans of muziek praten, omdat politiek zijn leven is en hij is ook niet bereid om met andere samen te werken. Het is hij, hij, hij.

Het is zijn finest hour. Al die rasopportunisten die nu met hem proberen mee te liften en staan te dringen om hem te overtreffen in zijn haat. Hij heeft er geen respect voor. Ze laten zich zo makkelijk bedotten, ze geloven zo graag in zijn leugens, dat dwingt geen respect af maar minachting. Hij speelt met zijn medestanders als een kat met een muis en hitst hen net zo hard op als zijn tegenstanders. Om ons met elkaar te vechten als hanen, nog lange jaren, want deze breuk zal niet makkelijk en al zeker niet snel worden gerepareerd. Er zijn teveel mensen die hun persoonlijke reputatie in dit spel te grabbel hebben gegooid. Niet alleen PVV’ers. Denk aan al die alternatieve media, columnisten en andere broodschrijvers die hun dagelijks brood verdienen met rechtsextremistische haatpulp. Ook zij zijn er inmiddels al toe veroordeeld. Hun amnestie ligt in handen van hun medeburgers, die daar niet happig op zullen zijn. Die columnisten zullen vasthouden aan die niche van haat om te kunnen overleven. En kunnen zijn onderhandelingspartners aan de formatietafel (Yesilgoz, Van der Plas en Keijzer) zich nog rehabiliteren, nu ze zo hard strijden om Wilders te overtreffen aan de extreemrechtse kant? Of hebben zij hun politieke lot nu al te zeer verbonden aan het radicalisme en kunnen ze al niet meer terug? Het zaadje van radicalisme en haat wat Wilders heeft geplant, heeft zich als een Japanse Duizendknoop onder de Nederlandse samenleving verspreid.

Of op leven en dood?

Wilders trekt iedereen met zich mee in zijn donkere krochten. Als je hem de kans geeft deel uit te maken van het landsbestuur, zal hij er niet voor terugdeinzen om ons een oorlog in te jagen. Hij heeft geen principes. Hij heeft geen ideologie. Hij kent slechts rancune. Zijn liefde voor Israël zou hem ideologisch aangedreven hebben. Toch presenteert hij de wereld met trots een haatcartoon die bolstaat van de antisemitische symbolen, alleen omdat hij erin wordt afgebeeld naast – in zijn ogen – de grote populisten van deze tijd. De hang naar likes voor dat ene moment, voor die ene tweet, om bij die grotere alt-right beweging hoge ogen te gooien, is groter dan zijn liefde voor Israël.



Iemand die van het volk houdt, zou haar niet met grove leugens bespelen, maar het beste met haar voor hebben. Het is kwalijk om een populist als Wilders als volksminnend te zien. Een populist voelt vooral grote adoratie voor zichzelf en diepe minachting voor het volk dat hij bespeelt. Dat gold voor Mussolini, dat gold voor Hitler. Ik noem ze ja, want Wilders laat zich door hen inspireren. Je kan dan misschien geen vergelijkingen wíllen trekken, maar soms moet je leren mensen een stap voor te zijn. Wilders leert niet alleen van hun trucjes en kneepjes (hij neemt hun teksten soms letterlijk over), maar ook van hun fouten. Hij probeert het te perfectioneren, hen te overtreffen. Sebastian Haffner schreef een indrukwekkend boek over Hitler waar je veel in zult herkennen van Wilders. En nee, het is niet de geijkte vergelijking. Het gaat om Hitler’s wraakgevoelens voor de Duitse bevolking, over zijn persoonlijkheid (of eigenlijk het gebrek eraan). De fouten die Hitler maakte, Wilders heeft ervan geleerd. Hitler pleegde niet alleen massamoord op de Joden, maar joeg ook de Duitsers de dood en het ongeluk in. Omdat ze hem niet trouw waren in zijn strijd. Hij wilde van hen winnen. En die diepe haatgevoelens, die drang om van iedereen te winnen, ben ik bang, daar zal Wilders zich zeker in herkend hebben.

Wilders heeft niets te verliezen



Dit land volgt al vele jaren de politieke agenda van Wilders, want via zijn druk op de VVD regeert hij indirect eigenlijk al heel lang dit land. De hardheid, de verhuftering, het komt voor een groot deel uit zijn koker. Nu zadelt hij dit land op met totaal onbekwame PVV’ers, in een tijd waarin Poetin de vrede in Europa bedreigt. Dat is geen liefde voor het land, dat is haat. We kennen zijn bewondering voor Poetin. Eén tweet waarin hij het regime (niet de man, mind you) barbaars noemt, is geen inkeer. Het is gebakken lucht. Wie durft er zijn handen voor in het vuur te steken dat Wilders ons niet een mes in de rug zal steken, zoals hij bij de VVD meermaals deed, zoals hij bij zijn vrouw doet, bij zijn eigen vlees en bloed – zijn broer bijvoorbeeld, die hij niet in bescherming wil nemen tegen agressieve PVV-aanhangers? Voor een diplomatieke rel draait hij zijn hand niet om en het is al eerder gebleken dat het hem niet uitmaakt of hij daar de levens van anderen mee in gevaar brengt.

Net als Hitler heeft Wilders geen persoonlijkheid, hij heeft geen verbintenissen, geen kinderen voor wie hij een mooiere wereld achter zou willen laten. Hij is – ja, het is werkelijk wrang – een levende dode. Hij heeft niets te verliezen. Hij kent geen zachtheid. Niets of niemand zal hem stoppen. Dat zijn z’n eigen woorden.



No regrets, no mercy

Geen spijt, zegt Wilders. Nooit. Want spijt is een zinloze emotie. Als spijt een zinloze emotie is voor een leider, dan moet je het ergste vrezen. Zonder spijt geen geweten. Zonder geweten geen genade. Zijn partij heeft geen leden, de PVV kent geen democratische structuur, niemand kan hem wegsturen, hij legt aan niemand verantwoording af. Hij is alleen aan zichzelf verantwoording verschuldigd. Het is zijn persoonlijke strijd. En dat is wat hem gevaarlijk maakt. Het creëren van tweespalt, chaos, in de politiek, bij zijn politieke opponenten, in de samenleving, overal. En er is geen einddoel. Hij wil alleen winnen. Maar wat en van wie precies? Van de islam? Of van ons allemaal?

NB1: Cursiveringen in de Nederlandstalige tekst zijn geen originele omschrijvingen, maar de omschrijvingen die Haffner gebruikte om Hitler mee te beschrijven en waar parallellen zitten met de biografie van Wilders.

NB2: Gebaseerd op openbare bronnen

Bronnen:
Wilders biografie – Fennema & Waling
Viceland Wilders documentary
Gatestone biography Wilders
Wilders met Andries Knevel
Wilders zoals u hem nog niet kende (EW)
2Doc Wilders Wereld
Op een essay kun je Geert Wilders niet betrappen – Trouw
VAN BOLKESTEIN VIA BUSH NAAR BAT YE’OR – Koen Vossen
Kanttekeningen bij Hitler – Haffner
Twitter TL Paul Wilders
Paul Wilders bij Euronews
De schijnélite van de valse munters – Martin Bosma

Achtergrondinformatie (aanbevolen literatuur):
Fascisme en populisme – Scurati
Het verboden boek – Ewoud Kieft
The Oxford handbook of populism
The Global Rise of Populism: Performance, Political Style, and Representation – Moffitt
Political populism handbook of concept, questions and strategies of research – ECREA
FrontaalNaakt.nl
Marked for Death, Islam’s war against the west and me – Geert Wilders

Deel op:

Na veel spektakelpolitiek, zitten we nu met een onbestuurbaar land

De verkiezingsuitslag is niet het resultaat van ‘het volk’ dat in de PVV de grote oplossing ziet, maar het resultaat van spektakelpolitiek en media-ophef, waardoor het land onbestuurbaar is geworden. We zitten met een verkiezingsuitslag die maar weinig mogelijkheden en veel onmogelijkheden oplevert. BBB staat vooral voor het boerenbelang, de PVV bestaat uit complotdenkers met een (onrealistische) agenda van haat en uitsluiting. Dat geeft weliswaar spektakel en ophef, maar geen realistisch politiek beleid waar andere partijen bij aan kunnen haken.  

George Birnbaum

“The perfect enemy is one that you can punch again and again and he won’t punch back.“

Spektakel verkoopt

Om te kunnen begrijpen waarom we zo vatbaar zijn voor spektakelpolitiek, is het belangrijk om te weten hoe het werkt. En hoewel het allemaal reuze voor de hand ligt en het meeste vanzelfsprekend lijkt, is het toch belangrijk dat proces goed te vatten:

Het begint bij het bepalen van *de* werkelijkheid. Want wat ís dat eigenlijk? Een objectieve werkelijkheid bestaat niet. De werkelijkheid (of de realiteit) is altijd een construct. Het is wat we er zelf van maken. Voor geen twee personen is de werkelijkheid exact hetzelfde. Denk maar aan een ingrijpende gebeurtenis en hoe uiteenlopend de verhalen en ervaringen van de getuigen zijn. We ervaren de wereld allemaal op onze eigen manier. Soms simpelweg omdat we de wereld op een andere manier waarnemen, we stonden net op een andere plek met een ander uitzicht op de situatie, of de een is kleiner dan de ander, waardoor we net weer een ander perspectief hadden. Je keek op een bepaald moment de andere kant op of stond dichterbij iemand anders die zijn eigen kijk had op de gebeurtenis  en hoorde je weer andere dingen. Kortom: Iedereen heeft zijn unieke kijk op de wereld en we worden ook allemaal op een andere manier beïnvloed door onze ervaringen in het verleden, door met wie we praten, wat we zelf wel en niet zien en begrijpen, en door wat onze belangen bij een bepaalde situatie zijn.

Om de wereld om ons heen te begrijpen en te duiden, zijn we afhankelijk van anderen. We kunnen immers niet zelf álles waarnemen en daarom lezen, luisteren of bekijken we nieuwsbronnen. Die bepalen onze werkelijkheid. Die nieuwsberichten (maar ook opinie of analyses) zijn altijd gekleurd. Altijd. Het is altijd *een* weergave van een situatie, niet *de* werkelijkheid. Mediaberichten kleuren onze bril en construeren een bepaalde realiteit die niet noodzakelijk overeen hoeft te komen met onze eigen ervaringen, om ook voor ons werkelijkheid te worden. Stel dat je nooit een vervelende ervaring hebt gehad met chinchilla’s, maar juist andersom, dan toch – als de mediaberichten maar indringend genoeg zijn – kan je ervan overtuigd raken dat chinchilla’s gevaarlijk zijn. Als het berichten zijn die je graag wíl horen, dan gaat dit proces vanzelfsprekend nog veel makkelijker. En als je dan ook nog zelf blijkt te kunnen profiteren van de uitkomst, dan gaat het er met boter en suiker in.

Dit is niet moeilijk te vatten. Het is hoe marketing werkt. Maar het is ook hoe nieuwsmedia werken. Clickbait (klik-aas of eigenlijk gewoon lokaas) is niet zomaar weer een nieuwe modieuze term. Het vat de essentie van wat ons beweegt. Er wordt een sensationele kop of beeld gepresenteerd die ons uitlokt om een bericht te gaan lezen. Zo’n kop moet je aandacht trekken, door sensatie bijvoorbeeld. In onze samenleving schreeuwt alles voortdurend om onze aandacht, want iedereen wil ons iets verkopen. Zo’n kop moet dus iets losmaken. Emotie. Politici spelen daar op in, want zonder media aandacht geen zichtbaarheid. Simpele oneliners die inspelen op boosheid of angst doen het bijzonder goed. Dit is allemaal niet nieuw en niet opzienbarend. We weten eigenlijk wel dat het zo werkt, en toch trappen we erin. Zeker als je op social media zit ben je hier gevoelig voor, omdat je er zelf ook mee kan scoren. Je wordt de accelerator, als het ware. De politicus wil scoren, media willen scoren, jij wil scoren. Drietrapsraket.

De succesformule voor verkiezingswinst

De succesvolle spindoctor Finkelstein (die onder andere Netanyahu en Orbán met listige campagnes aan hun overwinningen hielp) had een eenvoudige, korte succesformule: Om de aandacht te trekken moet je het electoraat verdelen, dus je hebt een vijand nodig. De meeste mensen kiezen altijd hetzelfde, dus moet je ervoor zorgen dat sommige mensen thuisblijven (demoraliseren). En het derde ingrediënt is de hand van God.

(1) De vijand is altijd een zondebok: Iemand die wel aantrekkelijk is als vijand maar niet (noodzakelijk) de schuldige en bovenal iemand die niet in opstand kan komen. Dat kan een volkomen buitenstaander zijn, zoals George Soros bijvoorbeeld. Ja, Finkelstein en zijn protegé Birnbaum verzonnen van alles over Soros zodat Orbán een vijand had waarmee hij de verkiezingen kon winnen. Tot op de dag van vandaag denken mensen over de hele wereld dat Soros de belichaming is van het kwaad, terwijl de spindoctors zelf al hebben toegegeven dat ze het hele verhaal bij elkaar verzonnen hebben. (2) Het blijkt moeilijker om mensen te motiveren om naar de stembus te gaan, dus is het vooral zaak je tegenstanders te demotiveren. Dat kan je bijvoorbeeld doen met peilingen waaruit blijkt dat een bepaalde partij heel klein wordt, waardoor het zinloos lijkt om te stemmen. (3) En Gods hand, dat zouden wij misschien ‘toeval’ of het ‘lot’ noemen.

“One should try to polarise the election around that issue that cuts best in your direction. When the opponent seizes the polarisation initiative, then you’re in trouble.”

‘Polariseer de verkiezingen rond jouw thema. Als je tegenstander jouw thema kaapt, dan zit je in de problemen.’ Klinkt als de strategie die de VVD koos, nietwaar? En waar Finkelstein voor waarschuwde, gebeurde: de PVV kaapte het verkiezingsthema, met behulp van de clickbait-media die maar bleven koppen over ‘Milde Wilders’. De PVV hoefde er zelf niet eens campagne mee te voeren. Toen er geen nieuws was, stonden de peilingen ineens dagelijks centraal en waren de peilers politieke duiders geworden. Het motiveren van de kiezers van de PVV kreeg hier een boost, terwijl het tegelijkertijd andere kiezers demotiveerde. De PVV hoefde hier zelf helemaal niets voor te doen. De ophefmedia deden dat. De PVV won groots door spektakelpolitiek, snedige oneliners, een duidelijke vijand, een onbetwist verkiezingsthema en volop spin in de media.

De media als spindoctor

Normaal gesproken moeten politici er toch behoorlijk wat voor doen om zich in de kijker van de media te spelen. Gek genoeg was dat bij deze verkiezingen niet zo. De media deden zelf al het werk en creëerden die spektakelpolitiek vooral zonder daar de politici zelf bij nodig te hebben. Het begon met het verkiezingsthema van de VVD: die partij liet de coalitie vallen op migratie, voordat het CDA het kabinet kon laten vallen op stikstof. Dit werd in de media nauwelijks geduid. Geen enkele partij hoefde ervoor te knokken zijn thema naar voren te schuiven, de media bepaalden dat. Gretig namen ze het thema ‘migratie’ van de VVD over.

Vevolgens werd migratie, volkomen kritiekloos, als hét belangrijkste probleem van Nederland neergezet. Politici mochten vrijelijk hun migratiefabels over de samenleving uitstorten in debatten en TV-optredens, er was nauwelijks een journalist te vinden die die zogenaamde feiten en cijfers wilde weerspreken. Terwijl ze voorhanden zijn, van notabene de staatinstituten zelf. Er is geen migratiecrisis, er was geen migratiecrisis, er was een VVD crisis en de media gingen er in mee. Heel slim bedacht van die spin doctors, maar ze hadden buiten Wilders gerekend. En misschien wel buiten de media zelfs: Het geeft spektakel, dus voer voor nieuws en opinie, kliks, inkomen. Het concept ‘Milde Wilders’ was – in ieder geval – goed voor de portemonnee en favoriet bij politiek duiders. En toen kwam God’s hand, zoals Finkelstein dat zou noemen: 7 oktober, de aanval van Hamas op Israël. Een gebeurtenis waar Wilders niets mee van doen had, maar die wel de dynamiek beïnvloedde en in zijn voordeel uitpakte.

De PVV won groots

De verkiezingsuitslag zette het land op z’n kop en het spektakel ging verder. Het verkiezingsthema was nu dan toch een groot probleem geworden voor de VVD, want als dat het thema is en de PVV is de grootste partij, dan kan je niet om Wilders heen. De PVV is geen echte partij en bovendien weet je van tevoren: Regeren met Wilders is politieke zelfmoord. Listig zette Yeşilgöz daarom Omtzigt voor het blok door vóór de eerste onderhandelingsgesprekken naar de pers te stappen. Yeşilgöz wilde niet regeren maar gedogen, de positie die Omtzigt al vóór de verkiezingen voor zichzelf had ‘geclaimd’. Handige zet, want zo hoefde de VVD geen echte keuzes te maken en konden ze op alle flanken binnen die partij toch de gelederen sluiten en het electorale verlies beperkt houden. Voor Omtzigt was het damned if you do, damned if you don’t. En het werd ‘don’t’. Voorlopig.

Als de onderhandelingen waren geklapt op migratie, had dat het onderwerp niet van de formatietafel getrokken, maar juist nog groter gemaakt. Iedereen verliest, Wilders wint. En eigenlijk ging deze verkiezingsuitslag tot nu toe vooral om de politieke strijd tussen de VVD en NSC. Of om de vraag: Wie verliest het minst, want verliezen zullen ze allebei. Door de formatie overhoop te gooien op een totaal ander thema of een andere reden, ligt alles weer open. Dit land heeft veel problemen die niet opgelost zullen worden door een zondebok aan te wijzen en daar beleid op te gaan voeren. Het zijn grote problemen met hoge kosten en er moet ook nog bezuinigd worden. Regeren met partijen die willen strooien, maakt problemen nog veel groter. Door het op financiën te laten stranden, zouden politiek en pers met de neus op de feiten gedrukt moeten zijn: Aan de onderhandelingstafel moet het gaan over echte problemen en echte oplossingen en hoe dat allemaal gefinancierd zou moeten worden. Migratie van tafel, de echte problemen óp tafel.

Een onbestuurbaar land

We zitten met een verkiezingsuitslag die maar weinig mogelijkheden en veel ONmogelijkheden oplevert. Natuurlijk willen andere partijen (anders dan BBB of andere extreemrechtse partijen) niet met Wilders regeren. Geen partij komt daar ongeschonden uit. En dan moet het rond het thema migratie bovendien, wat op z’n zachtst gezegd problematisch is. Een zondebok werkt prima in de campagne, maar als je beperkt budget hebt en heel veel echte problemen, dan staat die zondebok al snel in de weg. De zondebok bleek ook aantrekkelijk voor de media, want ophef, kliks, inkomsten. Maar het heeft het land onbestuurbaar gemaakt.

Als het de PVV niet lukt te formeren, wat blijft er dan nog over? Waarom zouden CDA, D66 en GL-PVDA bijvoorbeeld willen regeren met een groot PVV-blok in de Tweede Kamer en een groot BBB-blok in de Eerste Kamer? Dat is een onmogelijke opgave. Hoe de posities verdeeld zijn, is de uitkomst van media die bepaalde politici en partijen groot maakten en dat noopt tot reflectie: Spektakelpolitiek leidt tot politieke strijd om de politieke strijd, niet om de (ideologische) belangen van de bevolking. Het leidt tot zondebokpolitiek, verzonnen of opgeklopte problemen, en bijbehorende simplistische (schijn)oplossingen.

De media zijn aan zet

De verkiezingen hadden over de echte problemen moeten gaan: Wonen, zorg, onderwijs, klimaat, rechtsstaat. Nu alle kaarten weer op tafel liggen, is het misschien goed het spektakel niet meer op te zoeken, maar verantwoordelijkheid te nemen. Veruit de meeste burgers houden zich helemaal niet met politiek bezig en moeten *de* politieke werkelijkheid dan ook uit de media halen. Ze worden beïnvloed door indringende berichtgeving. Dat is niet ‘hun eigen schuld want slecht geïnformeerd’, maar hoe het werkt. Als iedere burger hele dagen bezig was met politiek en het zelf uitvinden van *de* werkelijkheid, hadden we geen politie, geen brandweer, geen zorgverleners, geen wetenschappers, geen kunstenaars, enzovoorts. Maar zij hebben wel het recht om te stemmen en moeten dus geïnformeerd worden.

Nederland heeft de ene politieke crisis na de andere te verduren. Op 15 januari 2021 viel Rutte III, op 7 juli 2023 viel Rutte IV. Er was een grote gezondheidscrisis. We zijn in rap tempo van een hoog-vertrouwen samenleving afgezakt naar een laag-vertrouwen samenleving. De oorlog in Oekraïne duurt nog voort. We moeten bezuinigen. De klimaatcrisis wacht niet. Dit land heeft bestuur nodig en in ieder geval het begin van een aanpak van echte problemen. Het spektakel kan niet meer de hoofdrol spelen. Beste media, check beweringen van politici, lees verkiezingsprogramma’s voordat er debatten worden georganiseerd, hou zelf het roer recht. Waarom zouden politici het verkiezingsthema moeten bepalen? Dat was een bizar theater wat geen navolging meer zou moeten krijgen. Nu alles weer open ligt, is het aan de media om *de* politieke werkelijkheid te scheppen. Welke richting gaan we uit? Wordt het weer de klikwaardige zondebok, of gaan we echte problemen oplossen?    

Dit is deel III van III.
Deel I: De dreiging van rechts-extremisten
Deel II: Zondebokken

** NB: De uitwerking van het begrip spektakelpolitiek is mijn vertaling naar de Nederlandse situatie van het concept Politics of spectacle van Jacob Murray Edelman. De uitwerking van de verkiezingsdynamiek is mijn vertaling naar de Nederlandse situatie van de ideeën van Arthur J. Finkelstein. **

Deel op:

Politiek circus dreigt de Parlementaire Enquête Corona te kapen

Als het de Tweede Kamer erom te doen is het volk te vertegenwoordigen en haar controlerende taak uit te voeren, dan zet ze nu een streep door de Parlementaire Enquête voor corona.



Veel te veel doden, veel te veel slachtoffers, een volledig uitgeput zorgstelsel en miljoenen mensen met schade. In het Verenigd Koninkrijk werd al eerder hard geoordeeld over de overheidsaanpak van de crisis. Zo oordeelde de Gezondheidsraad van het VK (Health and Social Care Committee (HSCC)) dat het overheidsstreven naar kudde-immuniteit duizenden levens had gekost. Het falen om (in de vroege stadia van de pandemie) meer te doen om de verspreiding van Covid  tegen te gaan, zag de HSCC als een van de ernstigste mislukkingen op het gebied van de volksgezondheid in de Britse geschiedenis. Het brengt de doden niet terug en maakt het verlies niet ongedaan, maar er is tenminste een wil om te erkennen dát er verlies is. Echt verlies. En onrecht. Dat de onderste steen boven moet komen en dat de beleidsmakers verantwoording moeten afleggen. 

Lady Hallet zei dat ze alles zou doen wat in haar macht lag om te onderzoeken wat er is gebeurd en welke lessen er moeten worden geleerd, en beloofde een grondig en eerlijk onderzoek. En ik geloof haar. Om vrede te kunnen sluiten met het verleden, het verlies te verwerken, erkenning voor ongekend leed te krijgen en te voelen, om lessen te leren voor de toekomst, is grondig en eerlijk onderzoek nodig. Eén waarbij verlies centraal staat. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat een onderzoek naar een pandemie die zoveel mensenlevens kostte en nog altijd zoveel gezondheidsschade oplevert, níet over dat verlies zou gaan. 

Het contrast tussen de Britse aanpak en het onderzoeksvoorstel voor de Parlementaire Enquête naar het coronabeleid in Nederland is niet eens schril, maar lijkt eerder een veronachtzaming van politieke plicht. De strategie van het VK (en de gevolgen daarvan) is vergelijkbaar met Nederland, maar de aanpak om ‘de onderste steen boven te krijgen’ laat een wereld van verschil zien. In het Nederlandse onderzoek staat ‘verlies’ niet alleen niet centraal, maar lijkt er in het geheel zelfs niet in terug te komen. Niet werkelijk. In het Nederlandse onderzoek staan vooral de politieke afrekening centraal en politieke ego’s. Het gaat niet om mensen en wat hen is aangedaan, maar om het partijprogramma door te laten werken in de parlementaire enquête. Niet om verlies van leven en gezondheid, maar om het tijdelijk verlies van bewegingsvrijheid. Het Nederlandse onderzoek gaat niet om de volksgezondheid, zoals het pretendeert, maar om het verleiden van het electoraat. 

Over de samenstelling van de Nederlandse parlementaire onderzoekscommissie is al veel geschreven en het laat zich raden hoe bepaalde leden van die commissie met deze onderzoeksopzet aan de haal zullen gaan. Het allerbelangrijkst echter: Het ontbreekt de commissie aan een Lady Hallet. Er is geen wil om het lijden centraal te stellen. Het voorgestelde onderzoek naar het Nederlandse coronabeleid is koud en emotieloos en gaat over de ruggen van de doden. En nee, dat zijn geen ongepaste woorden. 

Bijna drie jaar duurde de coronacrisis, en al die tijd hebben we ons laten leiden door cijfers. Cijfers die ontmenselijken. Dit is de spiegel waar de politiek in moet kijken, hoe pijnlijk het ook is. Dat juist die ontmenselijking zijn plek mag krijgen. Emoties zijn niet bedreigend, maar vormen juist de kern waar het om zou moeten draaien. Het zijn emoties die ons mens maken en politici vertegenwoordigen die mensen. Verlies is lijden en bij lijden horen emoties. Bij een ramp van deze omvang is het volstrekt ongepast om géén Lady Hallet te hebben. 

De Parlementaire Enquête is eenmalig

Een Parlementaire Enquête wordt slechts eenmaal gehouden. Eén kans om antwoorden te krijgen op de belangrijkste vragen over de grootste crisis na de Tweede Wereldoorlog. Eén kans om iedereen die verlies heeft geleden de kans te geven om te verwerken en te helen. Eén kans om de fouten te bespreken, stil te staan bij de gevolgen ervan en om daar passende consequenties aan te verbinden. Eén kans om achteraf de pijn enigszins te verzachten. Zorgvuldigheid is van groot belang. 

“De door de Kamer vastgestelde opdracht voor de tijdelijke commissie bevat kaders voor het onderzoeksvoorstel. De daarin genoemde doelen van de enquête zijn waarheidsvinding en het trekken van lessen voor de toekomst, om zo beter voorbereid te zijn op een eventuele volgende gezondheidscrisis. De focus van de enquête zou volgens de commissie VWS moeten liggen op de volksgezondheid. ” Daarnaast moet de maatschappelijke impact van het gevoerde beleid in de enquête betrokken worden, alsmede de wijze waarop afwegingen zijn gemaakt tussen volksgezondheid en andere maatschappelijke belangen.”

De conclusies en bevindingen van een onderzoek zijn – het behoeft geen uitleg – volledig afhankelijk van de onderzoeksvraag. Maar wat gaat de onderzoekscommissie nu eigenlijk precies onderzoeken? Volgens de opdracht van de Tweede Kamer moet de focus liggen op de volksgezondheid. En komt dat ook uit het onderzoeksvoorstel? Het antwoord is: In de verste verte niet. Het is zelfs de vraag waar de volksgezondheid precies wél aan bod komt. Het voorstel lijkt doof en stom voor gezondheidsschade, doof voor verlies, waar het onderzoek in het VK in hoofddoel juist wel om draait. In het Nederlandse onderzoek wordt menselijk leed als gegeven geaccepteerd, als een natuurverschijnsel of een onvermijdelijke uitkomst van een pandemie. 

Het onderzoek waarmee de onderzoekscommissie de Parlementaire Enquête vorm wil geven draait in hoofdzaak om de (neven)effecten van maatregelen, waarmee het belangrijkste vraagstuk over het beleid voorgoed onbeantwoord zal blijven; de vraag of het anders had gekund, of had gemoeten. De covid inquiry in het VK bracht al zoveel zeer pijnlijke feiten boven water: Over de vreselijke gevolgen van de gekozen strategie van kudde-immuniteit, de onachtzaamheid van (bepaalde) politici voor menselijk leed en leven, de vele onnodige sterfte die dat heeft opgeleverd. Beleid met grote gevolgen. Gelijksoortig beleid werd ook in Nederland gevoerd.  

Focus op de IC’s

Hier knaagt het bij mij als zorgmedewerker. Want ik had de GGD aan de telefoon. Nog vóór het eerste geval in Nederland bekend was en wij ons moesten houden aan een veel te strakke casusdefinitie. Terwijl heel Europa al een patient zero had. Ik denk nog vaak terug aan die tijd. Waarom hadden wij een casusdefinitie die zo streng was, dat geen enkele patiënt er aan kon voldoen? Waarom vertelde de GGD mij aan de telefoon dat mijn patiënt – die aan alle voorwaarden voldeed – dat dit geen corona was, omdat hij in Duitsland was geweest en Duitsland niet tot de door Nederland aangewezen risicolanden behoorde? Corona raasde al door dat land, maar werd niet als risicoland aangewezen omdat er nog geen doden door waren gevallen. Geen beleid gebaseerd op infectieziektenbestrijding, maar op een politieke afweging.

Het knaagt aan mij omdat ik zoveel patiënten heb gezien die nu niet meer leven. Omdat ze niet voldeden aan de casusdefinitie. Maar ook daarna was er te weinig inspanning om levens te redden. Zo min mogelijk maatregelen, was het doel van de overheid. Nederland zoveel mogelijk openhouden. Ook al waren er niet voldoende mondneusmaskers en andere beschermingsmiddelen. De aanpak leunde zwaar op de maximale zorgcapaciteit en die werd moedwillig zo ver opgerekt, dat alles uit haar voegen barstte. Zorgmedewerkers moesten het opknappen, zonder adequate bescherming, vaak zelf ziek. Moesten het opknappen, want er was werkdrang. Je móest werken, ook al ondermijnde dat je eigen gezondheid en dat van je patiënten. Waarom zijn wij niet beschermd tegen besmetting? Waarom zijn wij niet beschermd tegen het ziek maken van onze patiënten? Zorgmedewerkers máákten hun patiënten ongewild ziek en dat is een ondraaglijke last voor mensen die er hun werk van hebben gemaakt – vooral – om andere mensen beter te maken.  

Fragment uit Frontberichten. Bekijk hier de hele aflevering.

De Intensive Care is eigenlijk het eindstadium. Daar wil je mensen eigenlijk helemaal niet hebben. Toch was de IC-capaciteit bepalend voor het coronabeleid. Zolang de IC’s het aankonden, mochten mensen ziek worden en sterven, want dat was de harde werkelijkheid. Voor iedere opgenomen patiënt op de IC’s stond echter een veelvoud aan mensen die óók ernstig ziek werden en stierven, zonder ooit op die IC terecht te komen. Als je IC capaciteit oprekt, ben je akkoord met die gezondheidsschade. Akkoord met sterfte. Toch deed de overheid precies dat en iedere keer weer. En als onze IC’s vol waren, stuurden we onze patiënten naar Duitsland – dat veel verdergaande maatregelen trof dan wij – zodat wij maar door konden blijven gaan. Het was zelfs zo erg, dat wij zo’n weinig belastende maatregel als het dragen van mondneusmaskers weigerden, terwijl de rest van de wereld ze wel droeg. Nederland deed niets aan preventie. Pas als de maximale IC-capaciteit in zicht was, werd er aarzelend op de rem getrapt. Een strategie die inmiddels al heel veel vernietigende kritiek heeft gekregen. Het knaagt aan mij omdat bovenstaande compleet is genegeerd door de onderzoekscommissie. 

Lees de verslagen van het Britse corona onderzoek er eens op na: de strategie van kudde-immuniteit (of maximale controle, of pompend remmen, of welke verhullende termen er later ook aan werden gegeven) had geen wetenschappelijke basis en in het VK wist men van tevoren wél dat het tot hoge sterfte zou leiden. Het was ook in Nederland niets anders dan een politieke keuze, die nog lang door zal werken op de werkelijke slachtoffers van dit beleid. De nabestaanden van de gestorvenen, de mensen die nog steeds niet opgeknapt zijn na ernstige COVID of permanente gezondheidsschade hebben opgelopen, de vele mensen die longcovid hebben opgelopen, de mensen in kleine gemeenschappen en achterstandswijken die veel mensen in korte tijd zagen verdwijnen, de mensen die in de verzorgingshuizen zoveel gruwelijk lijden moesten aanzien, mensen in de wijkzorg, de huisartsenzorg, de ziekenhuizen, de IC’s. Allemaal mensen die nog altijd niet kunnen verwerken wat zij hebben gezien en verloren. Mensen die door dit onderzoek bewust genegeerd worden. Alweer. Net als tijdens de coronacrisis kijken we in Nederland niet verder dan de eigen politieke agenda, terwijl de schokkende verklaringen van politici in het VK genoeg aanknopingspunten zouden moeten bieden om juist dit als voornaamste onderzoekspunt te nemen.

Het OVV rapport geeft aanleiding tot een heel ander onderzoek

De voorlopige onderzoekscommissie stelt dat de parlementaire enquête een aanvulling moet zijn op het onderzoek van de OVV. Dat is hoe het zou moeten. Hoewel het OVV rapport ook te veel om het vraagstuk ‘doel en strategie’ heen draait, staat het vol met aanbevelingen voor waarheidsvinding in een parlementaire enquête. De OVV was kritisch en gaf genoeg knelpunten in het beleid aan, waar op z’n minst belangrijke lessen uit getrokken moeten worden. Politiek Den Haag laat het liggen. Rosanne Hertzberger van Nieuw Sociaal Contract (NSC) wil aanvullend onderzoek naar het functioneren van de democratie en de rechtsstaat, waarbij de vraag rijst welke waarheidsvinding er door haar gezocht wordt? De volksgezondheid, zoals de opdracht luidt, of berijdt ze hier liever het stokpaardje van de eigen partij NSC? Levert dit antwoorden op voor het beschermen van de volksgezondheid bij een volgende gezondheidscrisis? Geeft dit antwoord op al die vraagstukken die leven bij nabestaanden, longcovid-patiënten, medisch kwetsbare mensen en de mensen die in de gezondheidszorg werken? Of gaat het Hertzberger er hier eigenlijk om het handelsmerk van NSC te profileren?  

BBB kwam overigens niet bepaald met een beter statement, die partij heeft namelijk zelf al de conclusies getrokken: Maatregelen zijn fout, wappies goed en als verrassing dan toch ook de longcovid-patiënten. Koste wat het kost niet voorkómen, maar genezen. Een opmerkelijk uitgangspunt, zeker omdat BBB ook erkenning vraagt voor deze patiënten. Welke erkenning? Niet de erkenning dat hun ziekte in veel gevallen te voorkomen was geweest en dat dat een bijzonder belangrijke bevinding is voor een volgende gezondheidscrisis. Niet de erkenning dat naast de fysieke klachten van longcovid er ook een belangrijke mentale belasting is. Niet alleen bij longcovid-patiënten trouwens. Veel zorgmedewerkers hebben een moral injury opgelopen, burnout, PTSS, er zijn tientallen zorgmedewerkers overleden. De druk en het onredelijke appèl op de veerkracht van zorgmedewerkers om alles op te vangen, buiten alle grenzen van de redelijkheid, zodat de rest van Nederland langer door kon met leven en feesten. 

Het derde deel van het OVV rapport deel 3 oordeelt hard over de nalatigheid van het kabinet om de signalen van zorgmedewerkers op te pikken. Het hele beleid en alle bewegingsvrijheid van Nederlandse burgers leunde op ‘de veerkracht van zorgpersoneel’, als ware het machines met oneindige rek en mentale gezondheid. Het vertrouwen op die veerkracht was opportunistisch geblaat. De waarheid onder ogen zien was blijkbaar zoveel pijnlijker. Ze wisten dondersgoed dat ze het onmenselijke eisten. Niet vroegen, maar eisten. Zorgmedewerkers mochten niet weigeren. Als we niet als kamikazes te werk waren gegaan, dan zouden de lijken op straat hebben gelegen. Met gevaar voor eigen leven en gezondheid. Alsof zorgmedewerkers geen mensen zijn. BBB zou het zo weer opnieuw doen blijkbaar.  

Ook op de linkerflank van het parlement laten partijen het serieus afweten. Tijdens de pandemie bekritiseerde de linkse oppositie de strategie van het kabinet door te benoemen dat er gestuurd moest worden op besmettingen, niet op IC-capaciteit. En tegelijkertijd was links ook bezig met ‘tosti met curry’ moties. De linkse oppositie heeft niet deelgenomen aan de voorbereidende commissie voor de enquete. Door het onderzoeksvoorstel over te laten aan voornamelijk rechtse partijen en complotclubjes, is het niet zo gek dat het voorstel eenzijdig en vooringenomen is. Voor de buhne heeft links nog wat geprotesteerd maar in december hebben zij ook gewoon ingestemd met het starten van de enquete. Zij die over het algemeen pretenderen op te komen voor de zorg en zorgmedewerkers hebben het dus ook laten afweten.

Wat is een mensenleven waard?

Wat is een mensenleven waard in Nederland? Terwijl het in andere landen tijdens de crisis steeds ging om het redden van levens, ging het in Nederland vooral om het voorkomen van maatregelen. En het uitgangspunt voor de Parlementaire Enquête lijkt niet anders te zijn. Hadden er nog veel minder maatregelen genomen moeten worden, lijkt de centrale vraag te worden. Hoe ingrijpend waren de maatregelen voor mensen, stond het op gespannen voet met wetten en regeltjes? Natuurlijk is het belangrijk dat de overheid zich juist in tijden van crisis aan de Grondwet houdt, maar waar is artikel 22.1 van de grondwet gebleven die de overheid voorschrijft maatregelen ter bevordering van de volksgezondheid te treffen? De internationale verdragen die het de overheid verplicht stellen epidemieën te bestrijden? Hoe staan die centraal in de onderzoeksvraag van de commissie? Als je die grondrechten als uitgangspunt neemt, kom je op hele andere onderzoeksvragen: Of de pandemie beter te remmen was geweest, of er een strategie mogelijk was geweest met minder doden en minder risico voor zorgmedewerkers. Ja, en zelfs of er minder maatregelen mogelijk waren geweest als er eerder was ingegrepen. 

Alle politieke partijen hadden een inbreng in deze crisis. En natuurlijk worden er fouten gemaakt bij zo’n grote crisis. Door alle betrokkenen. Aan het begin ontbrak er zoveel informatie, er moesten politieke keuzes gemaakt worden.  De Tweede Kamer gaf het kabinet carte blanche en werd willens en wetens medeplichtig aan dat beleid. Net als het kabinet zelf stuurde de Tweede Kamer nauwelijks bij. Er werden wel veel onzinmoties ingediend: om de avondklok een half uur later in te laten gaan (hallo D66), een motie over tosti met curry (hallo PVDA) en het CDA bleef maar herhalen dat de basismaatregelen nóg beter moesten worden nageleefd, door de burger welteverstaan. De Tweede Kamer stelde toen de waarde van het leven niet centraal, zoals ze dat nu ook niet doet in de Parlementaire Enquête. Al die mensen die stierven, die ernstig ziek werden, nabestaanden, langdurig zieken, zorgmedewerkers, kinderen waarvan het onderwijs onderbroken werd, hun leerkrachten die onevenredig risico liepen, medisch kwetsbaren die lang in isolatie zaten of nog steeds in isolatie zitten, en ook ondernemers die de klappen van een open-dicht beleid moesten opvangen en financieel kapot gingen, dit zijn allemaal burgers die geen vertegenwoordiging vinden in de Kamer. Burgers die geen antwoorden en erkenning hoeven te verwachten van de Parlementaire Enquête en tot op de dag van vandaag lijnrecht tegenover elkaar worden gezet in een uitruil van zogenaamde grondrechten. Burgers die die ene kans om waarheden boven tafel te krijgen, om te kunnen verwerken en hun verlies te kunnen plaatsen, aan zich voorbij zien gaan. Omdat volksvertegenwoordiging nog altijd weigert hen te vertegenwoordigen. 

Gemis van de volksvertegenwoordiger 

Het is wat het is: de tijdelijke onderzoekscommissie is niet bezig met waarheidsvinding, maar met het normaliseren van eigen (partij)-gedachtengoed. En dat baart me zorgen. Het gaat om ego’s, het politieke spektakel, het tevreden stemmen van het eigen electoraat en het winnen van de zwevende kiezer voor de eigen partij. De grootste schreeuwers (zowel die in de samenleving als die in de Tweede Kamer) worden (alweer) op hun wenken bediend.   

Er ligt nu een gedrocht van een onderzoeksvoorstel klaar. Het gaat niet om de last van rouw en verdriet, maar om de last van maatregelen en of die wel in precies in lijn waren met grondwetten. Ongelofelijk hoe we het in Nederland voor elkaar krijgen om zelfs vanuit de Grondwet een uitruil van belangen te maken. Ja Pieter Omtzigt, ik kijk naar jou, juist omdat mijn vertrouwen bij jou ligt. Het is de gezondheid van de burger tegenover een open maatschappij en verlies je alsnog je gezondheid, dan word je buiten de maatschappij geplaatst.

De Kamer houdt zich muisstil. Het gebrek aan kennis, betrokkenheid en empathie onder onze volksvertegenwoordigers is stuitend. Alle aandacht gaat uit naar dat ene (totaal doorgedraaide) deel van de bevolking dat diep het konijnenhol in dook en zich niet wilde opofferen voor het algemeen belang. FvD staat klaar om de meest paranoïde complotdenkers in te bedden in de onderzoekscommissie. De Kamer staat erbij en kijkt ernaar. De lafheid van alle politieke partijen – ja, ook de linkse partijen – en de media om niet verlies en menselijk lijden, maar de waanzin van doorgedraaid Nederland centraal te stellen, is stuitend. 

In alle wanhoop verwijs ik tot slot naar een draadje op X van Maarten Keulemans van 25 mei 2023: `Deze commissie corona kún je niet serieus nemen. De uitkomst? Nu al totaal ongeloofwaardig. “Ontbinden, ontslaan, die ‘parlementaire’ commissie.” 



Als het de Tweede Kamer erom te doen is het volk te vertegenwoordigen en haar controlerende taak uit te voeren, dan zet ze nu een streep door dit onderzoeksvoorstel. Dit is een schaamteloos wappiecircus en ontneemt de echte slachtoffers hun enige kans om waarheden te vinden. En dat onrecht, kan de Tweede Kamer niet op een kabinet afschuiven. 

Als zorgmedewerker vraag ik me elke dag af: Had ik meer kunnen doen en als ik meer had gedaan, wat was mijn leven waard geweest voor politiek Den Haag? Nu is het jullie beurt om je die vraag te stellen. Had je meer moeten doen en doe het vervolgens ook. Mensenlevens redden. Toon eens wat veerkracht. Maar bovenal: Doe gewoon je plicht. Zorg voor de onafhankelijke Lady Hallet en laat haar woorden resoneren in deze samenleving: Zij die hebben geleden zullen centraal staan.

Deel op:
Wilders houdt krampachtig vast aan zijn zondebok

Wilders houdt krampachtig vast aan zijn zondebok

Zonder overlast verliest de vluchteling zijn grimmige status. Dít is de zondebok die de formerende partijen met elkaar verbindt. Pak ze die zondebok af en je ziet de onoverbrugbare verschillen.

Deze week behandelde de Eerste Kamer de veelbesproken Spreidingswet. Hoewel er nog gestemd moet worden, liet de VVD fractie in de Eerste Kamer weten vóór te zullen stemmen. De wet komt er dus door. Zo lijkt het. Nog even ter herinnering, dit is waar het kabinet Rutte IV om gevallen is. Yeşilgöz voerde er campagne mee. Een zorgvuldig georkestreerde crisis die het de VVD mogelijk maakte het kabinet te laten vallen: Spreiding van de opvang tegenhouden zodat vluchtelingen buiten of op stoeltjes moeten slapen. Want dat maakt mooie lelijke plaatjes, waar mensen bang van worden. ‘Help! We worden overspoeld door vluchtelingen!’ Bij de VVD geloven ze heilig in beeldvorming en ja, het heeft gewerkt. Alleen ging niet Yeşilgöz er met de verkiezingswinst vandoor, maar Wilders.

Een merkwaardige zet leek het, dat Yeşilgöz in de Tweede Kamer alsnog probeerde tegen te houden dat de spreidingswet naar de Eerste Kamer zou gaan, terwijl die Kamer de wet al had goedgekeurd. De formerende partijen vormden een eensgezind blok: De wet mocht er niet komen.

De Eerste Kamer bepaalt echter de eigen agenda en Yeşilgöz kon dan ook niet voorkomen dat haar partijleden in de senaat de wet zouden goedkeuren. Senator Edith Schippers, haar partijgenoot, verzachtte de pijn enigszins door te stellen dat de VVD er ‘vertrouwen in heeft dat de fractie in de Tweede Kamer iets aan de instroom zal doen’. Bovendien beoordeelt de VVD fractie in de Eerste Kamer wetten niet langs de politieke lijn van de eigen partij, maar gaat het ‘over de beoordeling van de wet op haalbaarheid, en of het doet wat het moet doen‘.

De spreidingswet komt er wel/niet

De spreidingswet komt er dus en dat zet de formatie op scherp. Of de wet komt er niet, want Wilders is boos. “Een groot probleem, dat echt moet worden opgelost. Mijn partij wil die wet echt niet,” zei hij. Het chagrijn was van zijn gezicht af te lezen. Mét spreidingswet geen Wilders I of het wordt zo’n bumpy ride, dat alle deelnemende partijen zich op elkaar stuklopen.

Wilders begrijpt dat. Er was hem dan ook alles aan gelegen om die wet tegen te houden. Hij schuwde er zelfs niet voor de Eerste Kamer vlak vóór hun beslissing extra onder druk te zetten. De wet mag er wat Wilders betreft hoe dan ook niet komen. De komende dagen zal de klemmende oproep aan de VVD om alsnog tegen te stemmen dan ook heus wel op de formatietafel liggen.

Waarom? Omdat de opvangcrisis kostte wat het kost moet voortduren. De overlast moet blijven bestaan. Mooie lelijke plaatjes opleveren. Zonder lelijke plaatjes en zonder overlast verliest de vluchteling zijn grimmige status. Dít is de zondebok die de formerende partijen met elkaar verbindt. Pak ze die zondebok af en je ziet alleen nog onoverbrugbare verschillen. Dan moeten de partijen het hebben over de echte problemen: arbeidsmigratie, de economie, de zorg, het onderwijs en ja, de klimaatcrisis. Je ziet waar het stukloopt. Omtzigt wil geen mot met Europa dus verdragen moeten worden nageleefd (dus wel vluchtelingen), Van der Plas wil alleen het Ministerie van Landbouw en alles voor de boeren (dus wél arbeidsmigranten en geen klimaatmaatregelen) en Yeşilgöz? De VVD gedoogt, maar dan alleen in de Tweede Kamer en daar heb je – zoals bleek met de spreidingswet – nou net weer niets aan als je Wilders bent.



De migratiemythe

“De afgelopen tien jaar was slechts dertien procent van de migranten vluchteling. Dat is minder dan één op de zeven. Het zijn koopkrachtige expats en internationale studenten die in de grote steden en daarbuiten Nederlanders uit de beschikbare woonruimte hebben geperst. Niet dat handjevol vluchtelingen dat daar tijdens de verkiezingscampagne keer op keer de schuld van kreeg.” Ewald Engelen in de Groene Amsterdammer

Het is nogal een open deur, maar als de formatie van een nieuw kabinet in hoofdzaak draait om het oplossen van een migratiecrisis en die is er niet, dan valt er weinig te formeren. Dat is het punt. Of we in Nederland een migratieprobleem hebben, is een kwestie van perspectief. Komen er veel migranten naar Nederland? Wat is veel? En wat is teveel? It depends. Het is maar hoe je het bekijkt. Het idee dat Nederland overspoeld wordt door asielzoekers klopt in ieder geval niet met de werkelijkheid. Het gaat vooral om expats en arbeidsmigranten.

Of er teveel migranten naar Nederland komen, is een discussie die je zou kunnen (of nee, moeten) voeren. Maar dat heeft niet zoveel te maken met de migratiecrisis zoals die door de VVD gecreëerd is. Dat zou gaan om asielzoekers die ons zo massaal zouden overspoelen, dat we geen andere keuze zouden hebben dan ze op een stoeltje of in het gras te laten slapen. Onwil, geen onmacht, schreven alle Groningse burgemeesters vorige week tezamen in hun brandbrief aan Minister Yeşilgöz. Zij schreven dat de asielcrisis willens en wetens in stand wordt gehouden ‘door Den Haag en andere gemeenten’. Andere gemeenten hadden zich al bereid getoond te helpen, maar wachtten nog op besluitvorming van de overheid. Het was een heel bewuste keuze om die crisis te creëren en te laten voortbestaan. Mooie lelijke plaatjes. Want het kabinet Rutte IV was eigenlijk al gevallen over stikstof. Rutte was het CDA gewoon voor, door de stekker er net wat eerder uit te trekken en van die migratiecrisis het verkiezingsthema te maken.

Dit is de kern van de situatie waar we nu in zitten: het is bewust veroorzaakt. Omwille van de VVD. En daarom heet het migratiemythe.

Het ontrafelen van de migratiemythe ligt overigens buiten het bereik van dit stuk en is ook al heel goed gedaan (zie video 👈 of hier in een behapbaar radio-interview bijvoorbeeld). Je moet het alleen wel wíllen weten. Hier volstaat de stelling dat asielzoekers het probleem helemaal niet zijn. En dat ze precies dáárom het probleem zijn gemaakt.

Hoe kies je een zondebok?

Dit stuk gaat dieper in op de keuze voor de migrant als zondebok, en maakt een historische en antropologische analyse van hang naar zondebokpolitiek. Je kunt dit stuk overslaan en naar het hoofdargument gaan.

‘Rijkste Nederlanders wederom rijker’, ‘graaiflatie’, ‘bedrijven draaien recordwinsten door prijsverhogingen’, ‘aantal werkende armen neemt toe’, ‘kansenongelijkheid neemt toe’, het regent krantenkoppen waaruit dat de verhoudingen in Nederland steeds schever trekker. Vanwege de hoge energierekening zitten er mensen in de kou, kinderen wordt een schoolontbijt aangeboden, de voedselbanken buigen door, het aantal daklozen neemt toe. Vanwege de oorlog in Oekraïne zijn de energierekening en brandstof voor velen onbetaalbaar geworden. De bestaanszekerheid van de huishoudens met de laagste inkomens raakt in gevaar. Nederland heeft ‘echte problemen’. Woningnood. Verschraling van de sociale voorzieningen. Mensen die werken kunnen steeds slechter de eindjes aan elkaar knopen. En de rijken worden steeds rijker.



Je zou verwachten dat we op een punt zijn gekomen waarop de economisch angstigen bereid zijn de rijke elite aan te vallen. Maar dat gebeurt niet. Het ‘plebs’ kan het hen misschien allemaal kwalijk nemen, maar het ‘establishment’ is zeer goed in staat wraak te nemen. De rijke welgestelden zijn veel te machtig. Hoewel er steeds meer rancune is naar de linkse (of bestuurlijke, of zoals ze de laatste tijd steeds vaker genoemd worden ‘de culturele’) elite, draait het in hoofdzaak niet om hen (ook een ontwikkeling die tegen het licht gehouden mag worden, daarover gaat deel III). Toch kan die laatste club elitairen niet verantwoordelijk worden gehouden voor het beleid van rechtse kabinetten. En dus kom je terug op de rijke elite. Maar in plaats van díe aan te vallen, worden migranten en aangevallen, terwijl die vaak – als ze tot dezelfde economische klasse behoren – gebukt gaan onder dezelfde problemen als zijzelf. Waarom wordt de migrant dan de zondebok en niet de belastingontduikende rijke stinkerd in die grote villa?

“[M]igratie is in Nederland geleidelijk tot zondebok geworden, nadat daar eerst een taboe op rustte.” Prof. Dr. Leo Lucassen in Trouw.

Een bepalend kenmerk van de zondebok – en dit is belangrijk om te onthouden – is dat het een slachtoffer moet zijn die veilig kan worden aangevallen. Het is een machtig fenomeen. Eigenlijk een soort ventiel die de druk van de ketel haalt zonder dat er echte schade ontstaat. Of althans, niet schade die je zou willen voorkómen. Daarom kies je een machteloze groep slachtoffers, die niet voor zichzelf op kan komen, die zich niet organiseert, die niet terugslaat en waarvan je weet dat het geen represailles teweegbrengt. Er ontstaat geen kettingreactie van geweld, er komt geen wraak. Het is zonder consequenties. Als het lot van die groep je niet interesseert, althans. En helaas, dat is zo in Nederland. Dat zou je racisme kunnen noemen, maar dat begrip wil niemand meer begrijpen. Laten we het onverschilligheid over het lot van ‘de ander’ noemen dan. Misschien beklijft het dan wel.

De functie van de zondebok

Een ‘zondebok’ is niet slechts een woord of een uitdrukking, maar een eeuwenoud gebruik. Het is vooral bedoeld om ongeluk, ongezondheid of onmacht af te werpen en herboren of hernieuwd verder te kunnen, zonder de ballast van dat ongeluk of de zonde.

Centraal in onze (schijnbaar) menselijke natuur staat dat we dingen weg willen gooien waar we geen grip op hebben en dat je ongeluk, tegenslag of beperkingen over kunt brengen op iets anders. Een object. Of op iemand anders. Een ander mens. Of een groep mensen. Ook wij doen dat nog. Denk bijvoorbeeld aan het afkloppen van ongeluk aan ongelakt hout. Vanwege de wetenschap hebben we echter steeds minder behoefte aan bijgeloof en rituelen. Als we ziek zijn bijvoorbeeld, nemen we medicijnen. We kunnen veel verklaren. En toch is het ‘bijgeloof’ ook hier niet helemaal weg, zelfs niet in de medische wetenschap. Zo wordt steeds vaker gedacht dat voldoende beweging de patiënt wel zal bevrijden van onverklaarbare ziektes. Depressie kan je wegwandelen. Een burnout ook. ME. Long Covid. Alsof het lichaam de ziekte, door de energie die vrijkomt, weggooit. Precies zoals ze daar in vroeger tijden ook over dachten, alleen toen projecteerden ze hun ziekte in (bijvoorbeeld) een steen die ze weg konden gooien. Het gebruik is net iets anders (hoewel dat manifesteren tegenwoordig ook weer aan populariteit wint), de gedachte erachter dezelfde. De oorzaak kunnen we niet verklaren en dus is er behoefte het onverklaarbare weg te gooien.

De zondebok is altijd onschuldig

“Sinds 2001 hebben pers en politiek de islam opgepoetst tot zo ongeveer de grootst denkbare bedreiging voor Nederland. Hele volksstammen van politici en opiniemakers danken er hun carrière aan.” Ewald Engelen in de Groene Amsterdammer

Al een aantal decennia gaat het er onophoudelijk over: Nederland heeft moeite met die buitenlanders die maar niet willen integreren. Gek is dat. Toen mensen als mijn moeder uit de voormalige kolonies kwamen, toen de vele arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko kwamen, toen waren het vreemden, spraken een vreemde taal en zou je de angst wel kunnen begrijpen. Als je niet goed met elkaar kunt communiceren, je elkaars gebruiken en lichaamstaal niet begrijpt, dan ben je op je hoede. Dat is best een normaal verschijnsel. Je weet niet wat je op je hals haalt als je zo’n groep mensen tegen je in het harnas jaagt. De herrie over de mislukte multiculturele samenleving kwam dan ook pas nadat al die groepen al best goed geïntegreerd waren.

Tegenwoordig is mijn tandarts een voormalig vluchteling uit Irak, mijn neuroloog komt oorspronkelijk uit een Afrikaans land, de plaatsvervangend huisarts komt uit Afghanistan en de weekendapotheek wordt uitsluitend bemenst door jonge vrouwen met een hoofddoek. Respectabele functies, ze spreken foutloos Nederlands, ze hebben beroepen waar we zeer afhankelijk van zijn. In de bouw, in de gezondheidszorg, in het onderwijs, in de productie, logistiek, winkels, magazijnen, gemeenteraden, overheid, Tweede Kamer. Ze (of we moet ik eigenlijk zeggen) werken overal. Toch zijn ze (we) niet geïntegreerd. De schuld van alles wat mis is. En dat komt juist omdát de integratie geslaagd is. Voormalig migranten hebben hier een leven en net zoveel te verliezen als alle andere Nederlanders, ze vormen geen georganiseerde groep, niemand komt in opstand. Een veilige zondebok om je frustraties op bot te vieren.

Schuld op je nemen

Waarom is het eigenlijk zo moeilijk om de schuld bij jezelf te zoeken? Of de echte problemen onder ogen te willen zien? Dat blijft de grote vraag. Waarom zou je jezelf opofferen, als er een zondebok is die het op zich kan nemen. Een zondebok is per definitie niet alleen onschuldig, maar het moet ook aannemelijk zijn dat hij schuldig zou kunnen zijn. Zo’n zondebok moet daarom niet teveel op je lijken. Er moeten genoeg verschillen zijn, waardoor je jezelf of de ander als anders kunt beschouwen. Iemand die schuldig zou kunnen zijn. Gooi daar een groot aantal crises bovenop die potentieel je wereld op z’n kop zouden kunnen zetten, een paar handige populisten en voilà, kom maar op met die zondebok.

Hier ligt ons probleem. Dit is racisme. Of als het specifiek tegen moslims gericht is islamofobie. Of othering. Discriminatie. Het aannemelijk vinden dat die ‘ander’ de schuldige is, ook al heeft die ander je niets misdaan. Of daar op zijn minst onverschillig tegenover staan. De mythe (of stereotypen) over die ander graag willen geloven, zodat je niet over de schuldvraag hoeft na te denken. En niet willen aanvaarden dat je het doet, omdat je diep van binnen weet dat je niets te duchten hebt van die ander. Anders had je het niet gedaan. Je had boos kunnen worden op de rijke elite (vertegenwoordigd door Yeşilgöz), op populistische politici (Wilders, Van der Plas) die de samenleving – die zo hard cohesie nodig heeft – nog verder uit elkaar willen drijven, op politici die onze relatie met de overheid overhoop schoppen (Omtzigt), waardoor de fundamenten van onze samenleving op instorten staan. Maar voor hen ligt de rode loper uit omdat ‘de oude politiek’ weg moet. Met hun vertrek uit het landsbestuur, gooien we ook onze eigen schuld weg. Dus hier met die zondebok.

De populistencoalitie kan niet zonder zondebok

De migrant heeft het gedaan. Niet de economische elite, niet de populisten die persoonlijke macht willen, niet wijzelf, niet de veranderende omstandigheden, niet de onzekerheid in de wereld, maar de migrant. De vluchteling. De moslim. De buitenlander. Als die nou eenmaal weg is, neemt hij al onze zonden mee. Op zijn hoofd, net zoals het geitenbokje. Zonder catastrofaal geweld. En daar is dus die migratiemythe goed voor. Dan kan je opnieuw beginnen, zonder schuld op je te nemen.

Maar wat nou als die mythe ontzenuwd wordt? Wat als journalisten eindelijk eens wakker worden en groots koppen dat die migratiecrisis helemaal niet bestaat? Als ze dat stug volhouden? Gewoon steeds de cijfers en de werkelijkheid rapporteren? Dan is de lijm tussen de formerende partijen weg en zijn er enkel nog verschillen. Want dan gaat het niet meer om de bespreking van welke zonden er op de kop van de bok gelegd moeten worden, maar moeten echte problemen opgelost worden. De VVD wil die schuldvraag niet. Omtzigt ook niet. Van der Plas wil alleen maar het ministerie van landbouw en verder niets. Geen van de formerende partijen heeft maar het begin van een antwoord op de echte problemen. Zonder zondebok gedijen ze niet. En ze willen en zullen macht, dus moet die zondebok hoe-dan-ook de schuldige blijven.

Als er nieuwe verkiezingen zouden komen, zouden Wilders en zijn knechten van de PVV meer dan 60 zetels binnenhalen, wordt er wel geroepen. Maar dat lijkt me volledig afhankelijk van de media en van de andere politici. Wie is de mythe der mythen en doorbreekt de migratiemythe? Wie durft de schuldvraag onder ogen te zien en zelf wat schuld op zich te nemen? Problemen worden niet opgelost. Na deze zondebok, moet er weer een nieuwe zondebok komen. En dat gaat tot in de oneindigheid door. Totdat je zelf een keer tot die groep behoort.

We worden allemaal een keer oud. Helaas voor ons doen we dat over niet al te lange tijd in te grote getalen tegelijk en zijn we allemaal ineens geen hardwerkende Nederlanders meer. De perfecte zondebok. Die grijze ‘ander’, die niet voor zichzelf op kan komen en waar je je frustraties ongestraft – zonder mogelijke consequenties – op kunt botvieren. Het is de oplossing die wij de jongere generaties leren. En dan is het wat zij hebben, iets tastbaars wat ze kunnen doen. (Die ontwikkeling is al ingezet trouwens, door ons eigen toedoen.) Niet te lang behandelen, want ‘te hoge kosten’ en ‘geen handen aan het bed’. Moeten we maar niet zo oud worden. Díe zondebok moet dan ook weg, omdat het een eind maakt aan hun machteloosheid en zodat niemand zich schuldig hoeft te voelen. Oude mensen leveren toch niets op.

Een zondebok is handig en van alle tijden. Als je de echte problemen niet oplost, heb je altijd weer een nieuwe zondebok als bliksemafleider nodig, anders kookt het over. Als je zelf niet als zondebok wil eindigen, pak je de formerende partijen hún zondebak af.

Dit is deel II van III. Deel I lees je hier.

Deel op: